Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: Voetverzorging
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
104427
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit pedicure behandeling op 10 maart 2016.
De consument heeft op 11 mei 2016 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument als toegelicht ter zitting luidt in hoofdzaak als volgt.
Ik ben al jaren klant bij de ondernemer. Ik kwam voor een behandeling van kalknagels, in het bijzonder een “pin point”. Het was de pedicure niet duidelijk welke en hoeveel nagels moesten worden behandeld.
De persoon en die mij behandelde was zeer ongeduldig en behandelde mij onjuist. Ik heb inderdaad, toen ik daar was de pedicure voor “trut” uitgemaakt.
De consument verlangt een excuusbrief.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer, als toegelicht ter zitting, luidt in hoofdzaak als volgt.
Tijdens de behandeling was kennelijk niet duidelijk wat er precies moest gebeuren, of alle vijf nagels moesten worden behandeld of maar drie. Wat daar ook van zij – er ontstond enige spanning tussen de pedicure en de consument. Dat liep zo hoog op dat de pedicure het beter vond maar weg te gaan. De consument heeft toen in een andere ruimte gesproken met een collega, mevrouw [naam van de mevrouw], die ook klachtenfunctionaris/kwaliteitsmedewerker is bij ons. Mevrouw [naam van de mevrouw] kwam er ook niet uit met de consument en heeft haar een aantal adressen van andere pedicures gegeven. Daarna heeft nog een gesprek ter plekke plaats gevonden met mevrouw [naam van mevrouw 2], lid van onze Raad van Bestuur. De consument voelde zich uit de praktijk gezet, maar dat was zeker niet onze bedoeling. Daarna is er nog een mailwisseling geweest met de consument waarin wij een en ander hebben uitgelegd.
De consument ging naar ons oordeel zelf te ver door onze pedicure uit te schelden voor “trut”.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Het is duidelijk dat tijdens de pedicure behandeling tussen de pedicure en de consument irritatie is ontstaan. Het is, onder die omstandigheden, begrijpelijk dat de pedicure de behandeling heeft beëindigd. Het gaat in deze zaak om een kwestie van bejegening – over en weer. De commissie wil aannemen dat die bejegening over en weer niet voorbeeldig is geweest.
De commissie is van oordeel dat de wijze waarop de ondernemer is omgegaan met deze aanvaring correct en professioneel is geweest: eerst is de consument in de gelegenheid geweest te spreken met de klachtenfunctionaris en daarna ook nog met een lid van het bestuur. Door aldus te handelen heeft de ondernemer al hetgeen gedaan wat van hem kon worden verwacht.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging op 7 november 2016.