Interne klachtenprocedure niet doorlopen.

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: niet-ontvankelijk   Referentiecode: 160069/168916

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Cliënt is niet ontvankelijk verklaard in interne klachtenprocedure. Volgens de Commissie kan dat dat gelijk kan worden gesteld aan het niet doorlopen van de klachtenprocedure bij de zorgaanbieder.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënt)

en

Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, gevestigd te Hoofddorp
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de cliënt in zijn klacht ontvankelijk is.

De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 29 september 2022 te Utrecht.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
Het betreft een voorbeslissing van de commissie over de ontvankelijkheid van een klacht ingediend bij de commissie, in welke klacht cliënt in de interne klachtenprocedure van de zorgaanbieder niet-ontvankelijk is verklaard op grond van verjaring.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Cliënt heeft op 26 januari 2022 in de interne klachtenprocedure van de zorgaanbieder een klacht ingediend over de volgens cliënt ten onrechte door de zorgaanbieder gestelde diagnose: Psychogeen Niet Epileptische Aanval (PNEA).

Cliënt is in de interne klachtenprocedure niet-ontvankelijk verklaard op grond van het klachtenreglement van de zorgaanbieder.

Cliënt heeft de commissie verzocht de diagnose PNEA ongedaan te maken.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

In de interne klachtenprocedure van de zorgaanbieder is cliënt op grond van artikel 8 lid 1 sub d klachtenreglement (versiedatum 1-1-2021, vervaldatum 1-1-2024) niet-ontvankelijk verklaard.

In artikel 8 lid 1 sub d is bepaald dat de raad van bestuur een klacht niet-ontvankelijk verklaart als: de klacht betrekking heeft op een gebeurtenis die langer dan twee jaar geleden heeft plaatsgevonden, tenzij het een verzoek tot schadevergoeding betreft, in dat geval geldt de wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar. De zorgaanbieder heeft vastgesteld dat het laatste consult bij de zorgaanbieder op 17 januari 2019 heeft plaatsgevonden. Nu de klacht meer dan twee jaar na het laatste consult is ingediend, is cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht bij de zorgaanbieder.

In het verweerschrift van de zorgaanbieder van 8 juni 2022 heeft de zorgaanbieder verklaard dat de laatste (behandel)episode bij de zorgaanbieder is doorlopen van 20 november 2018 tot april 2019.

De zorgaanbieder heeft verzocht cliënt niet-ontvankelijk te verklaren in zijn klacht.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.

Op grond van het reglement geschillencommissie ziekenhuizen verklaart de commissie cliënt op grond van artikel 6 lid 1 sub a niet-ontvankelijk in zijn klacht, indien cliënt zijn klacht niet eerst bij de zorgaanbieder heeft ingediend. In artikel 6 lid 2 van het reglement is bepaald dat de commissie het geschil in afwijking van artikel 6 lid 1 sub a toch in behandeling kan nemen als cliënt van de niet naleving van de voorwaarden naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.

De commissie is van oordeel dat de niet-ontvankelijkverklaring in de klachtenprocedure bij de zorgaanbieder gelijk moet worden gesteld aan het niet doorlopen van de klachtenprocedure bij de zorgaanbieder. De klacht is immers door de zorgaanbieder niet inhoudelijk behandeld.

Zowel indien het laatste consult (17 januari 2019) als indien het einde van de behandelperiode bij zorgaanbieder (tot april 2019) als tijdstip van het laatste consult (meetpunt voor de start van de verjaringstermijn wordt genomen heeft client de klacht bij de zorgaanbieder ruim buiten de tweejaarstermijn is ingediend.

Daar komt bij dat client geen feiten en omstandigheden heeft gesteld die tot de conclusie kunnen leiden dat cliënt van het te laat indienen van de klacht bij de zorgaanbieder geen verwijt kan worden gemaakt.

Een en ander leidt de commissie tot de slotsom dat cliënt niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn klacht.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Verklaart de cliënt niet-ontvankelijk in de klacht.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mevrouw mr. P.W.M. de Wolf MSM, voorzitter, de heer R. Simons, de heer J. Donga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. C. Koppelman, secretaris, op 29 september 2022.