Commissie: Uiterlijke verzorging
Categorie: (On) zorgvuldigheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
168200/176157
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Consument stelt dat de ondernemer per ongeluk enkele plekken rond het oor van consument heeft gesneden en daarom wil consument het betaalde bedrag terug ontvangen. Ook stelt consument dat ondernemer het betaalde bedrag niet terug wil betalen omdat de consument de gevraagde knipbeurt heeft gekregen en het maar een klein krasje is. Consument verlangt een vergoeding van € 24,95 zijnde het betaalde bedrag. Ondernemer stelt dat de consument al vaker in de salon is geknipt en dat het de laatste keer ging om twee kleine schaafwondjes. In eerste instantie ging consument tevreden weg, maar later belde hij dat hij zijn geld terug wilde. De ondernemer heeft zijn excuus gemaakt voor het voorval omdat zij het heel erg vervelend vindt. De commissie kan ingevolge haar reglement het geschil niet behandelen voor zover de klacht betrekking heeft op ten gevolge van de uitvoering van de overeenkomst ontstane ziekte of lichamelijk letsel. De commissie acht het niet onaannemelijk dat de consument niet geheel heeft ontvangen wat hij mocht verwachten daardoor enig ongerief heeft ondervonden, doch meent de commissie dat de klachten niet van dien aard zijn dat een vergoeding in geld op zijn plaats is. De commissie is van oordeel dat de klacht ongegrond is.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 9 april 2022 met de ondernemer tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het knippen van de haren van de consument voor de som van € 24,95.
De consument heeft de klacht eerst voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De kapper heeft per ongeluk enkele plekken rond het oor van de consument gesneden en daarom wil hij het betaalde bedrag terugontvangen. Maar dat wil de ondernemer niet doen, omdat de consument de gevraagde knipbeurt heeft gekregen en het maar een klein krasje is. De consument heeft niet eens een verontschuldiging ontvangen.
De consument vindt dat hij een terugbetaling en een schriftelijke verontschuldiging verdient.
De consument verlangt een vergoeding van € 24,95, zijnde het betaalde bedrag.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is inderdaad bij de ondernemer in de salon geknipt. Hij is daar al diverse malen geknipt, maar de laatste maal ging het om twee kleine schaafwondjes. In eerste instantie ging de consument tevreden weg, maar een paar uur later belde hij dat hij zijn geld terug wilde.
De consument spreekt voornamelijk Engels waardoor het telefoongesprek moeizaam verliep. Daarom is gevraagd of de consument langs wilde komen.
Het gaat om twee schrammetjes en de consument bloedde een beetje.
Geld terugvragen is in dit geval een overtrokken reactie. De kapster heeft excuus gemaakt voor het voorval omdat zij het heel erg vervelend vond, maar omdat zij geen vloeiend Engels spreekt kan dat misschien niet zo zijn overgekomen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie stelt voorop dat beide partijen van mening zijn dat de kapster per ongeluk en niet welbewust twee schaafwonden heeft veroorzaakt en dat de consument pas na geruime tijd de ondernemer van het gebeurde op de hoogte heeft gesteld. Kennelijk gaat het om geringe wondjes.
De consument klaagt niet over de verleende dienst op zich: kennelijk voldeed het kapsel aan de daaraan te stellen eisen. Verder heeft de ondernemer excuses voor het gebeurde aangeboden.
De commissie kan ingevolge haar reglement het geschil niet behandelen voor zover de klacht betrekking heeft op ten gevolge van de uitvoering van de overeenkomst ontstane ziekte of lichamelijk letsel.
Afgezien daarvan acht de commissie het niet onaannemelijk dat de consument niet geheel heeft ontvangen wat hij mocht verwachten (namelijk geen wondjes) en daardoor enig ongerief heeft ondervonden, doch meent de commissie dat de klachten niet van dien aard zijn dat een vergoeding in geld op zijn plaats is.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer J.W.F. Oortwijn, de heer mr. P.B. Vos, leden, op 17 augustus 2022.