Geen verplichting van zorgaanbieder om informatie te verstrekken over tarieven voor verzekerde (basis)zorg. Verplichting van cliënt om zich daarover te informeren.

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: informatieplicht    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 183594/187278

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

“Volgens cliënt is hij ten onrechte niet door de zorgaanbieder geïnformeerd dat er een nieuwe DBC zou worden geopend bij het plaatsvinden van de laatste ‘eindcontrole’ en dat daardoor het eigen risico van de zorgverzekering twee keer zou worden belast. Bij het consult in januari 2022 waren er nog dusdanige klachten dat een controle na twee maanden gerechtvaardigd was. De zorgaanbieder heeft verklaard zich uitsluitend te richten op het verlenen van goede zorg en zich daarbij niet te laten leiden door de kosten. Er rust op de zorgaanbieder ook geenverplichting om voorlichting te geven over DBC-systematiek en de daarmee verband houdende kosten. De Commissie is het daar mee eens.”

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënt)

en

Ijsselland Ziekenhuis, gevestigd te Capelle aan den IJssel
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 december 2022 te Zwolle.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

Het geschil betreft volgens cliënt dat hij ten onrechte niet door de zorgaanbieder is geïnformeerd dat er een nieuwe DBC zou worden geopend bij het plaatsvinden van de laatste ‘eindcontrole’ en dat daardoor het eigen risico van de zorgverzekering twee keer zou worden belast.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Op 16 november 2021 is cliënt door de zorgaanbieder behandeld aan een gebroken pols. De pols is in het gips gezet. Cliënt is vervolgens op 16 december 2021 voor controle en op 19 januari 2022 voor eindcontrole geweest bij de zorgaanbieder. Op 19 januari 2022 heeft de behandelend chirurg hem geadviseerd, nog éénmaal terug te komen voor een ‘eindcontrole’, waarna cliënt op 23 maart 2022 nogmaals op consult is geweest bij de zorgaanbieder. Enkele weken na het laatste consult ontving cliënt een factuur van € 176,–, omdat er een tweede behandeltraject was gestart. Volgens cliënt was hem vóór de afspraak op 19 januari 2022 door de zorgaanbieder verzekerd dat een latere controle onder hetzelfde eigen risico zou vallen, ook al was die controle in 2022. Volgens cliënt had de zorgaanbieder hem op basis van de zorgplicht moeten informeren dat een tweede zorgtraject zou worden gestart in het geval van het plaatsvinden van nog een eindcontrole op 23 maart 2022.

Cliënt heeft verzocht om kwijtschelding van het aan hem in rekening gebrachte eigen risico in verband met het openen van de tweede DBC.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Volgens de zorgaanbieder was er bij het consult op 19 januari 2022 nog sprake van dusdanige klachten dat een controle na twee maanden gerechtvaardigd was. Achteraf gezien ging het goed met cliënt, maar dat had ook anders kunnen zijn. De zorgaanbieder heeft verklaard zich uitsluitend te richten op het verlenen van goede zorg en zich daarbij niet te laten leiden door de kosten. Er rust op de zorgaanbieder ook geen verplichting om voorlichting te geven over DBC-systematiek en de daarmee verband houdende kosten. Volgens de zorgaanbieder is er dan ook op geen enkel moment aan cliënt medegedeeld dat een latere controle onder hetzelfde eigen risico zou vallen. Dergelijke mededelingen over kostenaspecten worden niet gedaan.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt.

De commissie is van oordeel dat de klacht over het opnieuw openen van een DBC ziet op de uitvoering van de geneeskundige behandelovereenkomst tussen cliënt en de zorgaanbieder. De commissie dient vast te stellen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de nakoming van die overeenkomst.

Tussen partijen is niet in geschil dat dat de zorgaanbieder de door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voorgeschreven DBC-systematiek niet juist zou hebben toegepast. De klacht van cliënt ziet erop dat de zorgaanbieder hem, zijns inziens, ten onrechte niet heeft geïnformeerd dat door het plaatsvinden van een tweede eindcontrole de eerste DBC-termijn zou worden overschreden, er een nieuwe DBC zou worden geopend en hij opnieuw het eigen risico verschuldigd zou zijn.

Er bestaat echter voor de zorgaanbieder geen verplichting om informatie te verstrekken over tarieven voor verzekerde (basis)zorg, van welke zorg in dit geval sprake is. De verplichting om zich daarover te informeren, ligt bij cliënt. Dat cliënt zich bij de zorgaanbieder heeft geïnformeerd en dat aan hem zou zijn medegedeeld dat de behandeling en alle controles onder hetzelfde zorgtraject zouden vallen, heeft cliënt naar het oordeel van de commissie niet aannemelijk gemaakt.

De commissie concludeert voorts dat de zorgaanbieder zich bij het plannen van een tweede eindcontrole op 23 maart 2022 heeft laten leiden door medisch-inhoudelijke overwegingen, zonder daarbij het kostenaspect in acht te nemen. De commissie is van oordeel dat van een redelijk handelend en bekwaam zorgaanbieder ook niet anders mag worden verwacht.

De commissie is op grond van vorenstaande van oordeel dat de zorgaanbieder niet is tekortgeschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelovereenkomst en dus dat de klacht ongegrond is.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, dr. K.M.A.J. Tytgat, mr. I. van den Hoven – van Vogelpoel, leden, in aanwezigheid van mr. C. Koppelman, secretaris, op 8 december 2022.