Geen schadevergoeding voor kras op gezicht zoon

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Zorg Algemeen    Categorie: (On) zorgvuldigheid    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 132244/150531

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

Volgens de cliënte is haar jongste zoon mishandeld door een ander kind tijdens begeleiding bij de zorgaanbieder. Haar oudste zoon is gevraagd te vertrekken zonder dat er een andere plek was geregeld. De cliënte vraagt een schadevergoeding. Volgens de zorgaanbieder is er geen sprake van mishandeling, maar van een kras veroorzaakt tijdens een spelsituatie met een ander kind. De commissie oordeelt dat er geen sprake is geweest van mishandeling, temeer nu het ging om een vijf jarig kindje met een autisme spectrum stoornis. Van onzorgvuldig handelen door de zorgaanbieder kan niet worden gesproken. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

[naam cliënte], wonende te [naam woonplaats] (hierna te noemen: de cliënte)

en

Autisme Centrum Groei! B.V., gevestigd te Den Haag
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 11 april 2022 te Den Haag.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De cliënt werd vergezeld van haar echtgenoot. Namens de zorgaanbieder zijn verschenen [namen]. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.

Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

Het geschil betreft twee incidenten waarbij de jongste zoon van de cliënte volgens haar een trauma heeft opgelopen en een kras in zijn gezicht.

Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De jongste zoon van de cliënte, [naam jongste zoon], ging bij de zorgaanbieder naar de dagbesteding en kreeg daar één op één begeleiding. Hij is twee dagen achter elkaar zwaar mishandeld door een ander kind. [Naam jongste zoon] heeft er een litteken op zijn wang aan over gehouden. Vervolgens heeft de zorgaanbieder de zorgovereenkomsten voor [naam jongste zoon] en zijn oudere broer, [naam oudste zoon], opgezegd.

De zorgaanbieder heeft zich niet aan haar zorgplicht gehouden tegenover [naam oudste zoon]. [Naam oudste zoon] heeft wederom een achterstand ontwikkeld. Hij moest bij de zorgaanbieder vertrekken zonder dat voor hem een vervolgplek was geregeld. [Naam oudste zoon] heeft nog steeds geen vaste plek. Vanaf 6 december 2021 gaat [naam oudste zoon] twee dagen per week naar een zorgboerderij, terwijl hij bij de zorgaanbieder vijf dagen per week zorg had.

De cliënte heeft niet tegen de gezinscoach gezegd dat zij niet wilde dat de kinderen nog langer naar de zorgaanbieder zouden gaan. De cliënte kreeg juist van de gezinscoach te horen dat de kinderen niet meer naar de zorgaanbieder mochten gaan. De cliënte heeft niet meer gereageerd op brieven, omdat zij het idee had dat haar kinderen niet meer welkom waren bij de zorgaanbieder.

De cliënte verlangt een schadevergoeding van € 10.000,–.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

[Naam jongste zoon] heeft op 12 juli 2021 een kras op zijn wang opgelopen, veroorzaakt door een ander kindje. Hiervan is melding gedaan in de dagrapportage van het elektronisch cliëntendossier. Van ‘zware mishandeling’ kan niet worden gesproken bij een kras op de wang die in een spelsituatie is ontstaan. Voordat de zorgaanbieder de cliënte hierover heeft kunnen bellen, heeft zij zelf contact opgenomen met één van de begeleiders. De begeleider heeft de situatie uitgelegd, waarna de kwestie is afgerond en afgesloten.

Helaas heeft de volgende dag, 13 juli 2021 eenzelfde voorval voorgedaan. Ook hiervan is direct melding gemaakt bij de cliënte, dit keer via een Whatsapp bericht. Naar aanleiding van dit bericht heeft de cliënte naar de zorgaanbieder gebeld en aangegeven dat zij haar kinderen onmiddellijk wilde ophalen.

De cliënte is al scheldend en tierend met haar echtgenoot bij de zorgaanbieder binnen gekomen. Daarbij heeft zij de adjunct-directeur bedreigd. De cliënte heeft haar echtgenoot herhaaldelijk aangespoord tot fysiek geweld, door haar echtgenoot aan te moedigen de adjunct-directeur “te klappen”. De zorgaanbieder biedt hiervan bewijs aan. Een en ander heeft tot een onveilige situatie van medewerkers en de aanwezige kinderen geleid. Voor een aantal van hen is dit een traumatische ervaring gebleken.

Hoewel de zorgaanbieder het oplopen van een kras op de wang door een kind dat aan haar zorg is toevertrouwd niet wil bagatelliseren, kwalificeert zij dit niet als zware mishandeling. De begeleiding wordt serieus genomen: alle begeleiders hebben een relevante opleiding, beschikken over een VOG, de Vergewisplicht wordt in acht genomen en alle medewerkers hebben affiniteit met Autisme en Aanverwante Stoornissen. Bij incidenten wordt altijd contact opgenomen met de ouders/verzorgers. Dat is ook hier gebeurd.

De zorgaanbieder kan geen verwijt worden gemaakt. Evenmin volgt uit de incidenten dat de zorgaanbieder onvoldoende zorg en/of aandacht aan de kinderen heeft gegeven. De zorgaanbieder heeft de cliënte uitgenodigd voor een gesprek, maar daar is zij niet op in gegaan.

De verlangde schadevergoeding moet worden afgewezen. Zoals gezegd is er geen sprake van zware mishandeling. Daarnaast heeft de cliënte geen onderbouwing gegeven voor het gestelde trauma en het litteken. Als er al sprake is van een litteken, dan is niet gebleken van een causaal verband met de voorvallen.

De zorg voor [naam jongste zoon] liep af, hij zou al naar een andere plek gaan. Er is contact geweest met de gezinscoach van cliënte, die heeft gezegd dat de kinderen uit de zorg gaan bij de zorgaanbieder. De zorgaanbieder kan in dat geval geen zorg meer bieden. De zorgaanbieder heeft aangeboden om mee te gaan naar een andere plek, wat vaker wordt gedaan wanneer kinderen ergens anders naartoe gaan. De ouders hebben niet op dit aanbod gereageerd. [Naam oudste zoon] had bij de zorgaanbieder kunnen blijven. Wel zou er eerst een gesprek moeten hebben plaatsvinden.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder vereist is dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in de uitvoering van de zorgovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en cliënt dient daarvan nadeel te hebben ondervonden.

Tijdens de zitting heeft de cliënte naar voren gebracht dat de gezinscoach tegen de ouders heeft gezegd dat de zorgaanbieder de kinderen niet meer in zorg wilde nemen. Dat wordt door de zorgaanbieder met kracht ontkend. Ter onderbouwing wordt verwezen naar de e-mails waarin de ouders worden uitgenodigd om te komen praten over de opvang van de kinderen. Daarvan hebben de ouders geen gebruik gemaakt.

Dat de gezinscoach zou hebben gezegd dat de kinderen niet meer welkom zijn is door de cliënte in zo’n laat stadium van de procedure naar voren gebracht, dat de commissie daar geen geloof aan hecht.

De voorvallen op 12 en 13 juli 2021 waarbij [naam jongste zoon] door een ander kindje in zijn gezicht is gekrabd is iets wat kan gebeuren in de gegeven situatie. Voor een strafrechtelijke mishandeling is opzet vereist. Bij een vijf jarig kindje met een in het autisme spectrum stoornis dat een leeftijdsgenootje krabt ontbreekt enige opzet. Van mishandeling kan dan ook geen sprake zijn.

Het voorgaande neemt niet weg dat de voorvallen voor [naam jongste zoon] en de ouders vervelend zijn geweest.

Van de wijze waarop kinderen met een autisme spectrum stoornis met elkaar omgaan is bekend dat dit nogal eens kan leiden tot kwetsuren. Het is voor [naam jongste zoon] en de ouders vervelend dat dit twee maal achter elkaar is gebeurd, maar naar het oordeel van de commissie kan dit niet worden verweten aan de zorgaanbieder. In de overgelegde stukken is niets aangetroffen waaruit blijkt dat er sprake was van zodanig onzorgvuldig handelen dat dit aan de zorgaanbieder te verwijten valt. Het enkele feit dat [naam jongste zoon] en het desbetreffende kindje wederom naast elkaar zaten tijdens het vervoer maakt dit niet anders. Er was ook overigens geen sprake van ontbreken van toezicht.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. De door de cliënte verlangde schadevergoeding wordt afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

verklaart de klacht ongegrond.

wijst af het meer of anders verlangde.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer dr. J.W. Stenvers en de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. L. Kramer, secretaris, op 11 april 2022.