Er was onrust in de operatiekamer op het moment van in slaap brengen van de cliënt, maar dat heeft niet tot schade geleid

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: Schade    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 113804

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Klaagster], wonende te [plaats] en Albert Schweitzer Ziekenhuis, gevestigd te Dordrecht.

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Het geschil is ter zitting behandeld op 11 januari 2018 te Utrecht. Partijen zijn voor deze zitting niet uitgenodigd omdat zij hebben aangegeven geen mondelinge behandeling te wensen. De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

Onderwerp van het geschil

Blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting staat tussen partijen als erkend, dan wel als niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast.

Klaagster is op 5 juli 2017 geopereerd. Voorafgaand aan de operatie waren in de operatiekamer de arts-assistent in opleiding tot anesthesioloog en gynaecoloog [naam] aanwezig. [Naam], anesthesioloog, was als supervisor door de arts-assistent anesthesiologie geroepen om aanwezig te zijn bij de inleiding van de anesthesie. Bij binnenkomst op de OK constateerde [naam anesthesioloog] dat klaagster in een verkeerde houding lag om veilig anesthesie te kunnen geven.

Standpunt van klaagster

Het standpunt van klaagster luidt in hoofdzaak als volgt.

Terwijl [naam gynaecoloog] mededeelde dat zij de plekken voor de operatie moest aftekenen kwam [naam anesthesioloog] binnen en viel tegen [naam gynaecoloog] uit dat klaagster niet goed lag voor de narcose. [Naam gynaecoloog] was op dat moment nog niet klaar met het aftekenen. [Naam anesthesioloog] bleef doorgaan. Klaagster was door de gang van zaken helemaal van de kaart. Zij had in korte tijd drie operaties moeten ondergaan.

Bij het onder narcose brengen wordt normaliter nog even met klaagster gepraat maar dat was deze keer niet het geval. Er werd een kap op de mond van klaagster gezet en de narcose werd in het infuus gespoten. Klaagster heeft dit als verschrikkelijk ervaren en is heel angstig, verdrietig en boos. Klaagster is inmiddels onder behandeling van een psycholoog.

Klaagster verlangt een schadevergoeding voor immateriële schade. De hoogte dient door commissie te worden vastgesteld.

Standpunt van het ziekenhuis

Het standpunt van het ziekenhuis luidt in hoofdzaak als volgt.

Voorafgaand aan de anesthesie heeft [naam gynaecoloog] eerst het wondgebied afgetekend aangezien de te opereren pijnlijke plekken onder narcose niet te bepalen zijn. Om dit te kunnen doen had [naam gynaecoloog] klaagster in de beensteunen gelegd en de benen naar buiten en beneden uitgedraaid. Na het aftekenen heeft [naam anesthesioloog] aan [naam gynaecoloog] gevraagd de benen van klaagster plat op de operatietafel te leggen in plaats van in de beensteunen, zodat de narcose op veilige wijze kon worden uitgevoerd zodat er geen beschadigingen zouden kunnen optreden. [Naam gynaecoloog] is daarmee akkoord gegaan. Echter om de benen plat te kunnen leggen moeten eerst de benen van klaagster weer omhoog zodat de beensteunen verwijderd kunnen worden en de tafel in elkaar gezet kan worden. Dit duurt even en is niet binnen enkele seconden te regelen. Voorafgaand aan elke operatie vindt een TOP (time out procedure) plaats op de OK waar alle leden van het operatieteam aan deel nemen. Bij die procedure wordt gecheckt of alles aanwezig is, of iedereen weet wat hij of zij moet doen en komt de positie van de patiënt ook aan de orde. De patiënt is dan nog niet onder narcose gebracht en deze procedure gebeurt volgens een strak stramien waarbij er korte vragen worden gesteld die kort worden beantwoord. De TOP is uitgevoerd nadat klaagster weer in de goede positie was gebracht  en tegelijkertijd is de goede ligging geverifieerd. Mogelijk heeft klaagster dit alles als ruzie opgevat en als vervelend ervaren.

De arts-assistent anesthesiologie heeft klaagster onder narcose gebracht, waarbij hij – zoals gebruikelijk – een kapje met zuurstof heeft toegediend en de medicijnen ingespoten. De arts-assistent zegt dat hij klaagster heeft verteld dat zij een kapje met zuurstof zou gaan krijgen.
Helaas heeft klaagster de gang van zaken als vervelend ervaren. Mogelijk hebben slechte ervaringen tijdens voorgaande behandeling in een ander ziekenhuis bijgedragen aan de angst van klaagster.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het
volgende.

De commissie stelt voorop dat voor aansprakelijkheid van het ziekenhuis is vereist dat voldoende aannemelijk is dat het ziekenhuis tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de kliniek. De tekortkoming moet aan het ziekenhuis. kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.

In casu heeft de klachtencommissie van het ziekenhuis op 12 oktober 2017, mede op grond van de toelichting van [naam gynaecoloog], geoordeeld dat sprake was van onrust in de operatiekamer op het moment van in slaap brengen.
Een patiënt in die omstandigheden behoort geen deelgenoot te worden gemaakt van onderlinge irritaties/spanningen tussen de behandelaars of van ongenoegen over omstandigheden waaraan hij/zij niets kan doen, aldus de klachtencommissie.
Het ziekenhuis heeft haar excuses aangeboden voor het feit dat klaagster de gang van zaken op de operatiekamer als vervelend heeft ervaren.
Ten aanzien van de door klaagster gevorderde schadevergoeding merkt de geschillencommissie op dat niet van schade is gebleken naar aanleiding van de onrustige situatie op de operatiekamer voorafgaand aan de ingreep. Weliswaar maakt klaagster melding van psychische hulp, doch deze is, gelet op hetgeen zij in haar stukken duidelijk naar voren brengt, gerelateerd aan het eerdere verloop van behandelingen bij andere behandelaars in een ander ziekenhuis.

Uit het voorgaande volgt dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

– verklaart de klacht van klaagster ongegrond;

– wijst af de door de klager verzochte schadevergoeding.

Aldus beslist op 11 januari 2018 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen.