E-mail- en whatsappberichten vallen niet onder het recht op dataportabiliteit

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zorg Algemeen    Categorie: Medisch dossier    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 185024/186624

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Cliënt stelt, door het recht op dataportabiliteit, recht te hebben op een elektronische versie van zijn medisch dossier. Dit heeft cliënt tot twee keer toe bij de zorgaanbieder opgevraagd. De klachtenfunctionaris heeft beide keren aangegeven dat de zorgaanbieder hier systeemtechnisch nog niet toe in staat is, maar dat cliënt op het kantoor inzage kan krijgen. Cliënt heeft uiteindelijk het elektronisch dossier ontvangen, maar stelt dat er gegevens ontbreken. Zorgaanbieder heeft verklaard dat de ontbrekende gegevens niet in het medisch dossier zijn opgenomen en dat cliënt diverse keren is uitgenodigd zijn elektronisch dossier in te zien op het kantoor. De commissie stelt dat de ontbrekende gegevens niet onder het recht op dataportabiliteit vallen, omdat het niet gaat om verstrekte persoonsgegevens waarop het recht van dataportabiliteit van toepassing is. Daarnaast heeft cliënt niet aannemelijk gemaakt dat de ontbrekende gegevens zich in het patiëntendossier bevinden. De zorgaanbieder is niet tekortgeschoten. De klacht is ongegrond verklaard.

De uitspraak

in het geschil tussen

[Naam], wonende te [woonplaats] (hierna te noemen: de cliënt)

en

BuurtzorgT BV, gevestigd te Almere
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 11 november 2022 te Zwolle.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Cliënt is met bericht van afwezigheid niet ter zitting verschenen. De zorgaanbieder werd ter zitting vertegenwoordigd door bestuurder, [naam]. Ter zitting heeft de zorgaanbieder het standpunt toegelicht.

Onderwerp van het geschil
De cliënt heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.

Het geschil betreft het volgens cliënt niet voldoen door de zorgaanbieder aan zijn wens om zijn medisch dossier in elektronische vorm toegestuurd te krijgen.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Cliënt is van 2019 tot medio 2020 patiënt geweest van de zorgaanbieder.
Cliënt stelt dat hij sinds oktober 2020 probeert om een elektronische kopie van zijn medisch dossier bij de zorgaanbieder in handen te krijgen. Cliënt beschikt over een papieren kopie van zijn medisch dossier, maar stelt ook recht te hebben op een elektronische versie en beroept zich daarbij op het recht op dataportabiliteit.
Op 4 november 2020 heeft de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder aan cliënt bericht dat de zorgaanbieder systeemtechnisch nog niet in staat is een elektronische versie van het dossier toe te zenden maar dat cliënt op het kantoor van de zorgaanbieder inzage kan krijgen in het elektronisch dossier en aldaar een afschrift kan aanvragen. Op 7 juli 2022 heeft cliënt zijn elektronisch dossier opnieuw opgevraagd bij de zorgaanbieder. Op 11 augustus 2022 is door de klachtenfunctionaris aan cliënt bericht dat het nog niet mogelijk is het elektronisch dossier aan cliënt toe te sturen. Op 18 augustus 2022 heeft cliënt een klacht tegen de zorgaanbieder ingediend bij de commissie.

Op 30 september 2022 heeft cliënt via een beveiligde downloadverbinding het elektronisch dossier ontvangen. Cliënt stelt echter dat er gegevens aan dat dossier ontbreken, te weten: door cliënt verstuurde (video’s in) e-mails en whatsappberichten aan zakelijke email- en whatsappaccounts van zijn toenmalige behandelaars. Ook ontbreken volgens cliënt ingevulde lijsten en gemaakte testen op basis van modules van Therapieland. Volgens cliënt heeft hij op grond van het recht op dataportabiliteit wel recht op verstrekking van deze gegevens door de zorgaanbieder.

Cliënt heeft verzocht aan hem een schadevergoeding van € 500,– en aan de zorgaanbieder een schadevergoeding van € 5.000,– toe te kennen, zodat de zorgaanbieder in staat zal zijn het (volledige) elektronische dossier aan cliënt toe te zenden.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken en de verklaring ter zitting. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De zorgaanbieder heeft verklaard dat door cliënt aan de zorgaanbieder verstuurde whatsappberichten en e-mails niet in het medisch dossier van cliënt zijn opgenomen, zodat ze ook niet aan cliënt kunnen worden verstrekt. Ook eventuele gegevens van Therapieland bevinden zich niet in het dossier van cliënt. De zorgaanbieder heeft verklaard dat cliënt diverse keren is uitgenodigd om zijn elektronisch dossier in te zien en ook om met de zorgaanbieder in gesprek te gaan, maar dat cliënt daarop telkens niet is ingegaan.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt als volgt. De commissie dient te beoordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de behandelovereenkomst met cliënt.

De commissie overweegt dat het recht op dataportabiliteit bestaat uit het recht om persoonsgegevens mee te nemen of over te dragen. In het kader van het elektronisch patiëntendossier ziet het recht op het meenemen of overdragen van persoonsgegevens door een patiënt of het overdragen in opdracht van een patiënt. Het gaat daarbij om actief en bewust door een patiënt verstrekte persoonsgegeven, zoals een emailadres of de leeftijd van de patiënt, maar ook om gegevens die een patiënt door gebruik van een apparaat of dienst verstrekt. Voorbeeld van een apparaat in de medische wereld waarmee persoonsgegevens worden verstrekt, is een draagbaar apparaatje dat gedurende 24 of 48 uur het hartritme van een patiënt registreert om hartritmestoornissen vast te stellen (holteronderzoek). De gegevens die na 24 of 48 uur uit het apparaatje worden uitgelezen zijn gegevens die een patiënt door gebruik van een apparaat verstrekt. Bij gegevens die door gebruik van een dienst worden verstrekt, kan in het algemeen worden gedacht aan zoekgeschiedenis of locatiegegevens.

De commissie concludeert op grond van vorenstaande dat aan behandelaars verstuurde e-mail- en whatsappberichten niet onder het recht op dataportabiliteit vallen. De e-mail- en whatsappberichten vallen immers niet onder de definitie van persoonsgegevens waarop het recht van dataportabiliteit van toepassing is. Het gaat niet om, al dan niet via een apparaat of dienst, verstrekte persoonsgegevens. Los daarvan heeft cliënt naar het oordeel van de commissie niet aannemelijk gemaakt dat de e-mail- en whatsappberichten zich überhaupt in het (elektronisch) patiëntendossier bevinden. Datzelfde geldt voor eventuele gegevens van Therapieland. Cliënt heeft naar het oordeel van de commissie geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan aannemelijk is dat dergelijke gegevens zich wel in het (elektronisch) patiëntendossier bevinden. Ten overvloede overweegt de commissie dat cliënt geen gebruik heeft gemaakt van de diverse keren geboden mogelijkheid om door inzage in het elektronisch dossier ten kantore van de zorgaanbieder vast te stellen welke gegevens zich in dat dossier bevinden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Nu de klacht ongegrond is, is er geen sprake van tekortschieten door de zorgaanbieder en kan er niet van tekortschieten dat heeft geleid tot schade worden gesproken. De vordering tot vergoeding van schade aan cliënt zal dan ook worden afgewezen.

Wat betreft het verzoek van cliënt om € 5.000,– aan schadevergoeding aan de zorgaanbieder toe te kennen overweegt de commissie dat zij niet bevoegd is schadevergoeding aan anderen dan cliënt toe te kennen, maar overweegt de commissie ook dat zij geen schade aan de zijde van de zorgaanbieder heeft kunnen vaststellen. De vordering tot toekenning van schadevergoeding aan de zorgaanbieder zal eveneens worden afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst de vorderingen tot toekenning van schadevergoeding af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit mr. M.M. Verhoeven, voorzitter, dr. J.W. Stenvers, mr. R. Jelicic, leden, in aanwezigheid van mr. C. Koppelman, secretaris, op 11 november 2022.