De zorgaanbieder heeft te lang gewacht met het geven van inzicht in de in- en uitgaven over 2017 met betrekking tot het voedingsbudget van cliënt

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: Informatie    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118258

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te [plaats] en Stichting Dimence Groep, gevestigd te Deventer (verder te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen hebben aangegeven af te zien van het bijwonen van de zitting.
Het geschil is zonder partijen ter zitting behandeld op 6 september 2018 te Zwolle.

Onderwerp van het geschil

De cliënte klaagt dat zij geen dan wel onvoldoende inzage heeft gekregen in de in- en uitgaven over 2017 met betrekking tot het voedingsbudget.

Standpunt van de cliënte

De cliënte wordt vertegenwoordigd door haar zus en bewindvoerder/mentor, [naam].

Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken en in het bijzonder naar het klachtenformulier van 18 juni 2018. Het standpunt van de cliënte luidt samengevat en in de kern als volgt.

De klacht heeft betrekking op de behandelingsperiode van maart 2017 tot en met december 2017. Hoewel bij de cliënte een medische indicatie (tegengaan van ondervoeding) bestond voor het afnemen van nutridrink – en dit dus niet ten laste van het voedingsbudget van de cliënte diende te gaan – is het de cliënte gebleken dat over drie maanden in 2017 gekort is op het voedingsbudget. De cliënte wenst volledige inzage in de in- en uitgaven die in 2017 van het voedingsbudget zijn gedaan, zodat zij de nabetaling van € 232,– op 5 maart 2018 kan controleren. De cliënte heeft verschillende keren om toezending van de gegevens, een uitdraai over het jaar 2017, gevraagd, maar de zorgaanbieder blijft hiermee in gebreke. Zij wacht al meer dan een jaar op duidelijkheid.

Indien blijkt dat zij nog geld te goed heeft, dient de zorgaanbieder te zorgen voor nabetaling. De cliënte is van oordeel dat uit de stukken die zij wel heeft ontvangen volgt dat de zorgaanbieder nog een bedrag van € 1.888,– dient te betalen, namelijk tien maanden maal een ingehouden bedrag van € 212,– minus het betaalde bedrag van € 232,–.

Standpunt van de zorgaanbieder

Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, met name het verweerschrift van 8 augustus 2018. Het standpunt van de zorgaanbieder luidt samengevat en in de kern als volgt.
Allereerst wijst verweerster er op dat cliënten die bij haar verblijven de keuze hebben om voeding vanaf de keuken te laten komen of zelf voeding aan te schaffen en te bereiden. Ze krijgen een prepaid pinpas, eigendom van verweerster en niet op naam, waarop per week een budget van € 49,– wordt gestort. Hier kunnen de cliënten dan boodschappen van doen. Wanneer iemand voeding uit de keuken laat komen of wanneer men (tijdelijk) afwezig is, wordt er verrekend met het voedingsbudget.

Tot het moment dat de cliënte op 20 november 2017 werd opgenomen met een rechterlijke machtiging kreeg zij wekelijks een voedingsbudget van € 49,– en zijn er ook afschrijvingen te zien.
Vanaf 22 november 2017 kreeg de cliënte haar eten op een andere locatie, waar zij toen was opgenomen, en is haar pinpas ingeleverd bij de Dimence-locatie Bagijnenstraat.

Zoals ook blijkt uit de door de cliënte bij het klachtformulier meegezonden e-mailberichten is medewerking verleend om inzage te verschaffen. Aangezien de pinpas toebehoort aan de zorgaanbieder zag de teamleider niet de noodzaak uitvoerige bewijslevering mee te leveren. Voor december 2017 was de cliënte daarbij niet onder bewind gesteld, waardoor het voor de zorgaanbieder ook lastig was alle gegevens zonder meer aan de zus van de cliënte te verstrekken. Bij het verweerschrift worden bijlagen gezonden waaruit volgt dat de cliënte wekelijks voedingsgeld overgemaakt heeft gekregen en vanaf maart 2017 onder begeleiding boodschappen heeft gedaan. De initiële klacht met betrekking tot de – inderdaad onterechte – verrekening van nutridrink gedurende acht weken is inmiddels opgelost.

De zorgaanbieder acht de klacht van de cliënte ongegrond.

Beoordeling van het geschil

De commissie stelt voorop dat van de zorgaanbieder verlangd mag worden (aan de zus in haar hoedanigheid van mentor van cliënte) inzage te verstrekken in voor de cliënte gedane uitgaven.

De commissie stelt vast dat het verlangen van inzage over de in- en uitgaven van 2017 initieel zag op de verrekening van nutridrink op het voedingsbudget. Gaandeweg de (interne) procedure bij de zorgaanbieder is deze verrekening gecorrigeerd en zijn gegevens overgelegd. Bij het verweerschrift heeft de zorgaanbieder aanvullende stukken overgelegd. Uit deze stukken, met name bijlagen IV en V, blijkt welke bedragen zijn ontvangen en welke uitgaven zijn gedaan in 2017 betreffende de cliënte. De cliënte heeft niet meer gereageerd op het verweerschrift, noch op de daarbij overgelegde stukken.

Gezien ook de nadere gegevens die de zorgaanbieder bij het verweer heeft overgelegd, acht de commissie de stelling van de cliënte aannemelijk dat – beoordeeld naar het moment van indienen van de klacht – haar in eerste instantie onvoldoende duidelijkheid is gegeven over de uitgaven over 2017. Zij heeft ook te lang op die duidelijkheid moeten wachten. Daarmee staat voor de commissie vast dat de zorgaanbieder initieel op dit punt is tekort geschoten. De klacht van de cliënte is in dit opzicht dan ook gegrond.

Tegelijkertijd vindt de commissie het voldoende aannemelijk geworden dat de zorgaanbieder inmiddels met de stukken bij het verweerschrift, inzage in de inkomsten en uitgaven over 2017 met betrekking tot de cliënte heeft verstrekt. De commissie zal dan ook – hoewel zij de klacht gegrond acht – de zorgaanbieder niet verplichten nadere gegevens te overleggen.

De cliënte heeft verder verzocht om vergoeding van de geleden schade tot een bedrag van € 1.888,–. Uit de overgelegde stukken is de commissie – mede in aanmerking genomen dat de verrekening van nutridrink inmiddels is gecorrigeerd – niet gebleken van een geldvordering van de cliënte op de zorgaanbieder. De commissie concludeert dan ook dat niet is komen vast te staan dat de cliënte nadeel heeft geleden tot een bedrag van € 1.888,-. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond.

Gelet op het vorenstaande beslist de commissie als volgt.

Beslissing

De commissie verklaart de klacht van de cliënte gedeeltelijk gegrond.

De zorgaanbieder dient aan de cliënte een bedrag te betalen van € 52,50 ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie
behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg op 6 september 2018.