De ondernemer heeft de consument terecht verwezen naar de oogarts.

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Optiek    Categorie: Aansprakelijkheid ondernemer    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 116436

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op de vraag of de ondernemer de consument goed heeft geadviseerd in verband met oogklachten.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Ik maak zeker ook 10 jaar gebruik van de diensten van de ondernemer. Begin 2017 heeft de ondernemer mij zonder verder onderzoek oogdruppels geadviseerd waardoor mijn klachten, volgens hem oogmigraine, moesten stoppen. Ongeveer een half jaar later en vijf flesjes druppels waren de klachten nog steeds in dezelfde mate aanwezig; wel merkte ik dat ik steeds minder begon te zien. Ik heb gesproken met de ondernemer, maar zonder verder onderzoek of meting van mijn ogen raadde hij me een zonnebril aan en andere glazen in mijn dagelijkse bril, waarvoor mij de factuurbedragen in rekening zijn gebracht. Mijn klachten en pijn namen echter niet af. Door een verondersteld tekort aan oogvocht moest ik aanvullende oogdruppels nemen volgens de ondernemer. Dat heb ik gedaan. Ook door deze laatste maatregelen verbeterde er niets. Mijn klachten hielden aan. Ik heb dit enkele keren onder de aandacht gebracht van de ondernemer die mij tenslotte het gevoel gaf dat hij mij niet serieus nam. Die onterechte bejegening heeft mij diep getroffen. Pas in december 2017 heeft hij voor het eerst dat jaar mijn ogen opgemeten en onderzocht met een apparaat waar ik mijn kin op moest leggen. Mijn rechteroog was goed; het linker was slecht en het zicht was verminderd van 80% naar 30%. Hij verweet mijn huisarts nog dat hij dit niet had gezien, terwijl ik nooit voor oogklachten bij mijn huisarts kom. De oogarts ontdekt bij onderzoek de hoge oogdruk en oogtrombose. Een ernstige kwaal die tot blindheid zou kunnen leiden. Ik verwijt de ondernemer een weinig attente houding. Het achterwege laten van tijdig en goed oogonderzoek heeft bijgedragen aan de slechte staat waarin mijn linker oog nu verkeert.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

In januari 2017 heeft de consument de huisarts bezocht met klachten van geïrriteerde ogen. De huisarts heeft LIVOCAB druppels voorgeschreven voor seizoengebonden conjunctivitis. In januari 2017 heeft de consument mij een bezoek gebracht in verband met de nog bestaande oogirritatie. LIVOCAB gaf bijwerkingen/irritatie. Hierop heb ik HyloDual druppels geadviseerd. De consument heeft hierna aangegeven dat er minder irritatie was. De huisarts heeft vervolgens een ooggel voorgeschreven. Daarover had de consument klachten, waarop ik heb geadviseerd de ooggel voor de nacht te gebruiken en de oogdruppels op de dag. In mei 2017 gaf de consument aan nog steeds hinder te ervaren en lichtgevoelig te zijn, waarop in overleg fotochromatische glazen geleverd zijn. In juli 2017 gaf de consument aan tevreden te zijn, waarop ook in haar tweede bril dezelfde glazen zijn gezet. In december 2017 kwam de consument met een acute visusklacht. Na onderzoek is de visusdaling door mij bevestigd en dwingend advies gegeven direct naar de huisarts en oogarts te gaan voor verder onderzoek. De volgende dag kwam de consument bij mij met het verzoek opnieuw een onderzoek te doen. Hierin heb ik niet toegestemd en de consument opnieuw dringend verzocht de oogarts te raadplegen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Ter zitting is gebleken dat de consument de ondernemer regelmatig bezoekt. Het is de commissie opgevallen dat aan de consument medio 2017 fotochromatische glazen zijn geadviseerd in verband met haar klachten en dat die kennelijk zo goed bevielen dat die glazen ook in een andere bril zijn aangebracht. Daarom moet de commissie ervan uitgaan dat medio 2017 de consument geen visusklachten aan de ondernemer kenbaar heeft gemaakt. Verder is niet gebleken dat de consument voor december 2017 aan de ondernemer visusklachten heeft gemeld, zodat het voor de hand ligt dat eerst een oogmeting en een oogdrukmeting hebben plaatsgevonden op het moment dat de consument deze klachten jegens de ondernemer heeft geopenbaard. De ondernemer heeft een zorgelijke situatie geconstateerd die noopte tot een onderzoek door een oogarts. Onder die omstandigheden behoeft de ondernemer ook geen gehoor te geven aan het verzoek van de consument de volgende dag weer een onderzoek te doen. Het oordeel van de commissie is dat er niet kan worden gezegd dat de ondernemer niet adequaat heeft gehandeld. De klacht treft geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit mr. D.J. Buijs, voorzitter, mr. C.A. Bontje en R.F. Sikking, leden, op 26 september 2018.