Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: Beëindiging behandelingsovereenkomst
Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
117287
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënte], wonende te [plaats], en [naam kliniek], gevestigd te [plaats].Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. Het geschil is ter zitting behandeld op 17 oktober 2018 te Amsterdam. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Partijen zijn voor deze zitting niet uitgenodigd omdat zij hebben aangegeven geen mondelinge behandeling te wensen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil heeft betrekking op de annulering van de operatie door de kliniek.
Standpunt van de cliënte
Het standpunt van de cliënte luidt in hoofdzaak als volgt.
De cliënte heeft zich tot de bij de aan de kliniek verbonden behandelend arts, [naam arts], (hierna: de arts), gewend teneinde haar siliconen borstprothesen te laten verwijderen. De vervolgens door de kliniek gezonden offerte is door de cliënte getekend. Tussen de arts en de cliënte is vervolgens contact geweest om de datum voor de operatie vast te stellen. Die werd uiteindelijk vastgesteld op 21 april 2017. De cliënte heeft daarna een hotelkamer geboekt.
Op 4 april 2017 heeft de cliënte vervolgens op advies van de arts een echo laten maken in Medisch Centrum Leeuwarden. Een afspraak met de anesthesist is door de arts gepland op 7 april 2017.
De cliënte heeft vervolgens via verschillende e-mailberichten aan de arts gevraagd om de contactgegevens van de anesthesist en om nadere uitleg over de operatie. Per e-mailbericht van
5 april 2017 heeft de kliniek vervolgens de operatie zonder concrete reden geannuleerd.
Hierdoor handelt de kliniek in strijd met haar algemene voorwaarden en schiet zij toerekenbaar tekort in de nakoming van de overeenkomst.
De geleden schade begroot de cliënte op € 523,01.
Deze schade specificeert zij als volgt:
Consultgesprek € 110,68
Hotelreservering € 215,00
Echografisch onderzoek € 139,04
Reiskosten € 29,83
Telefoonkosten € 6,90
Porto € 9,69
Wettelijke rente € 11,60
Proceskosten p.m.
De cliënte verlangt vergoeding van deze schade.
Standpunt van de kliniek
Het standpunt van de kliniek luidt in hoofdzaak als volgt.
De arts heeft op basis van de klachten van de cliënte geadviseerd de siliconen prothesen te laten verwijderen en daarvoor in de plaats een ander type prothese te plaatsen. Nadat de arts de huisarts heeft verzocht om het echo-onderzoek aan te vragen, is een principe afspraak voor de operatie gepland op 21 april 2017. Die afspraak zou pas definitief worden wanneer de anesthesist zijn toestemming voor de operatie zou hebben gegeven. De cliënte heeft vervolgens, na ontvangst van de afspraak met de anesthesist, contact met de arts opgenomen om de contactgegevens van de anesthesist te vragen. De cliënte heeft zeer vaak contact met de arts gezocht. Gezien het bericht van de cliënte van 6 april 2017, heeft de arts voor zichzelf vastgesteld dat zij te maken had met een patiënte die onvoldoende vertrouwen in haar behandeling had en zelf de regie over de behandeling wilde hebben. De arts heeft toen de operatie geannuleerd.
Ten aanzien van de diverse gestelde schadeposten merkt de arts het volgende op.
De arts heeft een uur uitgetrokken voor het consult. Zij vertelt tijdens het consult zaken die zij dankzij het werk van twintig jaren weet. De cliënte heeft dan ook zeker geprofiteerd van haar deskundigheid. Daarnaast levert een consult haar veel administratief werk op. Het is naar de mening van de arts dan ook volstrekt misplaatst dat de cliënte de consultkosten terug vraagt. Voorafgaand aan het consult heeft de kliniek het advies aan de cliënte gegeven om een verwijsbrief van de huisarts mee te nemen, omdat dan een kans bestond dat de consultkosten van € 110,68 bij de zorgverzekeraar konden worden gedeclareerd.
De cliënte is veel te voorbarig geweest met het boeken van een hotelkamer. Er was nog geen akkoord van de anesthesist en dus was het nog niet zeker dat de operatie zou plaatsvinden.
De arts geeft altijd het advies aan patiënten die al een groot aantal jaren borstprothesen hebben gehad om een echo te laten maken. Dat geeft de mogelijkheid, in geval sprake blijkt te zijn van een ruptuur van de prothesen, om een machtiging van de verzekeraar voor de operatie te verkrijgen. Dit dient voor de operatie te worden aangevraagd. Het echo onderzoek was niet nodig voor de behandeling. Dit is enkel aangevraagd in het belang van de cliënte. De arts stelt dat de klacht van de cliënte ongegrond is en ziet dan ook geen aanleiding tot vergoeding van de schade.
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
De commissie stelt vast dat de cliënte en de kliniek een geneeskundige behandelingsovereenkomst hebben gesloten. Ingevolge artikel 460 van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de hulpverlener, behoudens gewichtige redenen, de behandelingsovereenkomst niet opzeggen. De algemene voorwaarden van de kliniek bepalen – voor zover hier van belang – dat opzegging of opschorting van de behandelingsovereenkomst mogelijk is indien de patiënt zich onbehoorlijk of onheus gedraagt jegens de kliniek of haar medewerkers.
Door de cliënte is het e-mailverkeer tussen de cliënte en de arts overgelegd. Blijkens de berichten ziet het mailverkeer tussen 16 maart 2017 en 5 april 2017 op een aantal onderwerpen, zoals door de cliënte ingewonnen informatie over de herkomst van de geplaatste borstprothesen, bilprotheseverwijdering, verwijzing voor echoscopisch onderzoek, mogelijke operatiedata en de afspraak met de anesthesist. Verschillende keren rappelleert de cliënte indien antwoorden op zich laten wachten, bijvoorbeeld over de verwijzing die voor echoscopie noodzakelijk is. Op 27 maart bericht de arts dat de cliënte welkom is voor een tweede consult. Op 31 maart 2017 laat de arts weten dat de operatie doorgaat. Naar aanleiding van verzoeken van de cliënte om de contactgegevens van de anesthesist, inhoudelijke vragen van de cliënte over de ingreep en een herhaald verzoek om een tweede gesprek, laat de arts de cliënte op 5 april 2017 weten dat zij van behandeling afziet omdat de verstandhouding inmiddels te moeizaam is geworden. Een tweede gesprek tussen de cliënte en de arts heeft niet plaatsgevonden. Uit het e-mailbericht van 5 april 2017 van de arts maakt de commissie op dat de enige reden om de behandelingsovereenkomst op te zeggen voor de arts was gelegen in de in haar ogen moeizame verstandhouding. De commissie stelt vast dat van onbehoorlijk of onheus gedrag van de cliënte geen sprake is geweest. Dergelijk gedrag kan noch uit het mailverkeer, noch anderszins uit gedragingen van de cliënte worden afgeleid. De kliniek heeft dat overigens ook niet gesteld. Opvallend is overigens dat de kliniek in het verweer van 10 juli 2018 stelt dat het e-mailbericht van de cliënte van 6 april 2017, 13.08 uur, voor de arts bepalend is geworden. Toen gingen bij haar – zoals de kliniek stelt – alarmbellen over en kwam zij tot de conclusie dat het ging om een patiënt die niet voldoende vertrouwen in haar had om de behandeling voort te zetten. De arts heeft echter in haar e-mailbericht van 5 april 2017, 15.14 uur – dus de dag daarvoor – al te kennen gegeven van verdere behandeling af te zien.
De commissie overweegt voorts dat de kliniek naderhand heeft gesteld dat annulering van de operatie gegrond was omdat de cliënte kennelijk de afspraak met de anesthesist wilde verplaatsen en dat 7 april 2017 nog de enige mogelijkheid was om de anesthesist voor de operatiedag van 21 april 2017 te zien. De commissie stelt evenwel vast dat de cliënte de afspraak met de anesthesist op 7 april 2017 niet heeft afgezegd, maar enkel contact wilde opnemen om andere mogelijkheden – naar de commissie begrijpt over het tijdstip van onderzoek – te bespreken. Bovendien heeft de kliniek niet enkel de operatie op 21 april 2017 geannuleerd, maar heeft de kliniek geheel van verdere behandeling – en dus ook van een operatie op een andere dag – afgezien.
De commissie stelt dan ook vast dat de kliniek de behandeling zonder redelijke grond of gewichtige reden heeft geannuleerd. Ook volgens de eigen algemene voorwaarden van de kliniek levert dit een toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst op.
Nu de kliniek is tekortgeschoten in de uitvoering van de behandelingsovereenkomst, dient zij de daardoor door cliënte geleden schade te vergoeden.
De commissie stelt daarbij voorop dat enkel die schade voor vergoeding in aanmerking komt die in een voldoende rechtstreeks verband staat met de geannuleerde behandeling. Daarnaast dient de gestelde schade voldoende aannemelijk te zijn gemaakt.
De reiskosten, telefoon- en portokosten zijn door de kliniek niet betwist. De commissie bepaalt dat de reiskosten voor het consult in [plaats] voor vergoeding in aanmerking komen en gaat uit van een bedrag € 0,19 per kilometer, zijnde (187,62 km x € 0,19) een bedrag van € 35,65. De telefoon- en portokosten stelt de commissie in redelijkheid en billijkheid vast op € 15,–. Ook de kosten voor het consultgesprek ad € 110,68 worden toegekend. Hetgeen de arts wat dit betreft heeft aangevoerd, laat onverlet dat de cliënte deze kosten tevergeefs heeft gemaakt, nu de kliniek de behandeling zonder redelijke grond of gewichtige reden heeft geannuleerd. De kosten voor de boeking van de kamer en de kosten voor de echoscopie komen echter niet voor vergoeding in aanmerking. Deze hebben geen rechtstreeks causaal verband met de tekortkoming van de kliniek. Het was de eigen keuze van de cliënte een hotelkamer te boeken (voor twee nachten). De echoscopie was bedoeld om te kijken of de verzekeraar de ingreep zou vergoeden. Die bevindingen blijven ook overeind indien de cliënte zich bij een andere kliniek besluit te laten opereren.
Ingevolge het reglement van de commissie dient de kliniek daarnaast aan de cliënte een bedrag van
€ 52,50 te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Hetgeen partijen ieder voor zich meer of anders naar voren hebben gebracht dan waarvan de commissie hiervoor is uitgegaan, behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking nu dit niet tot een ander oordeel kan leiden.
Derhalve beslist de commissie als volgt.
Beslissing
De commissie, beslissend naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden:
– verklaart de klacht gegrond;
– bepaalt dat de kliniek aan de cliënte een vergoeding dient te betalen van € 161,33. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de kliniek bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies;
– bepaalt dat de kliniek overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 52,50 dient te vergoeden aan de cliënte ter zake van het klachtengeld. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de kliniek bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van dit bindend advies;
– wijst af het meer of anders verlangde;
– stelt vast dat overeenkomstig het reglement van de commissie de kliniek aan de commissie behandelingskosten is verschuldigd.
Aldus beslist op 17 oktober 2018 door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken.