De klacht over het weigeren van een verwijsbrief door de huisarts kan de commissie niet behandelen. Daar heeft de zorgaanbieder geen zeggenschap over. Zonder verwijsbrief kan de zorgaanbieder cliënt niet behandelen. De klacht over valsheid in geschrifte is niet aangetoond. De zorgaanbieder heeft aan de cliënt medegedeeld op welke twee manieren het medisch dossier ingezien kan worden

  • Home >>
  • Zorg Algemeen >>
De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Zorg Algemeen    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118183

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënt], wonende te [plaats], en Stichting Saxenburgh Groep, gevestigd te Hardenberg (verder te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Het geschil is ter zitting behandeld op 28 november 2018 te Zwolle. De cliënt is verschenen. De zorgaanbieder is niet verschenen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de (weigering van) dienstverlening door de zorgaanbieder, de (weigering van) inzage in het medisch dossier van de cliënt en de wijze van schriftelijke vastlegging door de zorgaanbieder. 

Standpunt van de cliënt

Het standpunt van de cliënt luidt -samengevat- als volgt.

De cliënt is hartpatiënt en heeft COPD in een vergevorderd stadium. De cliënt ontvangt al minstens vier jaar ten onrechte geen zorg. De cliënt heeft thans een gezwel onder zijn linker oksel. De cliënt vraagt zich af hoe lang hij nog moet wachten voordat hij de nodige zorg krijgt. De cliënt vreest dat hij weer een hartinfarct krijgt, dat de vernauwing in zijn nek dichtgaat of dat hij een hersenbloeding krijgt en dood gaat. De cliënt verwijt de zorgaanbieder dat ze hem geen hulp biedt. Daarnaast verwijt de cliënt de zorgaanbieder dat hij zijn medisch dossier niet mag inzien via zijn pc. Ook maakt de zorgaanbieder zich schuldig aan valsheid in geschrifte over de verleende medische hulp.

De cliënt wenst menswaardig te worden behandeld en medische zorg te ontvangen. Ieder ziekenhuis in Nederland is verplicht hulp te bieden.
Daarnaast wenst de cliënt dat de huisartsen [naam] en [naam] worden aangepakt en dat hij zelf een andere huisarts krijgt. Hij wenst ook een excuusbrief van hen en van de zorgaanbieder. Voorts wenst hij zijn medisch dossier te kunnen inzien via zijn pc. Ten slotte wenst de cliënt een schadevergoeding van € 25.000,– wegens geestelijk en lichamelijk lijden.

Standpunt van de zorgaanbieder

Het standpunt van de zorgaanbieder luidt -samengevat- als volgt.

De zorgaanbieder stelt dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht. Zij heeft zich maximaal ingespannen om de cliënt van goede zorg te voorzien. Vanaf 2013 heeft de cliënt diverse klachten richting (artsen van) de zorgaanbieder geuit. De zorgaanbieder heeft een chronologische weergave van het verloop hiervan gegeven. Op 24 april 2018 heeft de cliënt een brief gestuurd naar de zorgaanbieder. De interne klachtenfunctionaris heeft hierop contact opgenomen met de cliënt. Omdat sprake was van een agressieve, onfatsoenlijke en schofferende bejegening van de klachtenfunctionaris door de cliënt , is de klachtbemiddeling gestopt. De zorgaanbieder denkt dat de cliënt psychische hulp nodig heeft.

Gelet op de wijze waarop de zorg in Nederland is ingericht, dient de cliënt over een verwijsbrief van de huisarts te beschikken voor specialistische behandeling. De zorgaanbieder kan de cliënt geen zorg verlenen omdat de cliënt geen verwijsbrieven van zijn huisarts heeft gekregen. Dat is een besluit van de huisarts, waarop de zorgaanbieder geen directe invloed kan uitoefenen. Als de cliënt het hiermee niet eens is, kan dat dus niet worden gezien als een klacht tegen de zorgaanbieder. De zorgaanbieder neemt enkel klachten in behandeling die betrekking hebben op gedragingen of handelingen van personen die voor de zorgaanbieder werkzaam zijn. Ten overvloede merkt de zorgaanbieder nog op dat men de huisarts van cliënt als een zeer kundig en adequaat arts beschouwt. Wat betreft de klacht over het medisch dossier stelt de zorgaanbieder dat zij bij brief d.d. 9 augustus 2018 aan de cliënt heeft medegedeeld op welke twee manieren hij zijn dossier kan inzien c.q. kan opvragen. 

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat zij tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.

De cliënt verwijt de zorgaanbieder allereerst dat zij hem geen zorg wil verlenen. Om specialistische zorg te kunnen verlenen, is echter een verwijsbrief van de huisarts of een verwijzing van een andere medische specialist nodig. Vast staat dat de huisarts van de cliënt geen verwijsbrief aan de cliënt (meer) heeft gegeven. De cliënt is het hiermee niet eens en is van mening dat een verwijzing medisch noodzakelijk is. De vraag of de weigering van de verwijsbrief van de huisarts al dan niet terecht is, is echter geen vraag die in deze procedure kan worden beoordeeld. De klacht van cliënt is uitsluitend gericht tegen het Röpcke-Zweers Ziekenhuis c.q. de Saxenburgh Groep, waarvan het ziekenhuis deel uit maakt. In deze procedure gaat het om de wijze waarop de zorgaanbieder de behandelingsovereenkomst met zijn cliënt heeft uitgevoerd. De gedragingen van de huisarts vallen hier niet onder. De zorgaanbieder heeft ook geen zeggenschap over deze gedragingen. De cliënt heeft een afzonderlijke behandelingsovereenkomst met zijn huisarts gesloten.
Het is dan ook aan de cliënt om in contact te treden met zijn huisarts over de weigering van de verwijzing en bijvoorbeeld een second opinion aan te vragen. De commissie zal de cliënt
niet-ontvankelijk verklaren in dit klachtonderdeel.

Voorts verwijt de cliënt de zorgaanbieder dat zij zich schuldig maakt aan valsheid in geschrifte.
De commissie stelt vast dat de cliënt dit verwijt niet of nauwelijks heeft toegelicht, laat staan met stukken heeft onderbouwd. De cliënt heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de zorgaanbieder terzake een verwijt kan worden gemaakt. De commissie zal dit klachtonderdeel ongegrond verklaren. 

Ten slotte verwijt de cliënt de zorgaanbieder dat hij zijn medisch dossier niet kan inzien op zijn pc. De commissie overweegt dat iedere patiënt recht heeft op inzage in zijn dossier. Dit wordt door de zorgaanbieder ook niet betwist. De zorgaanbieder heeft bij haar verweerschrift een brief d.d. 9 augustus 2018 overgelegd waarin aan de cliënt is medegedeeld op welke twee manieren de cliënt zijn medisch dossier kan inzien. Dat de cliënt van deze mogelijkheden (nog) geen gebruik heeft gemaakt, betekent niet dat de zorgaanbieder op dit punt tekort is geschoten. De commissie zal dit klachtonderdeel dan ook ongegrond verklaren. Ten overvloede geeft de commissie de zorgaanbieder wel in overweging om gelet op de persoonlijke situatie van de cliënt en zijn uitdrukkelijke wens zijn medisch dossier in te zien een kopie hiervan aan de cliënt te verstrekken.   

Gelet op het vorenstaande ziet de commissie geen aanleiding om de door de cliënt verlangde schadevergoeding toe te wijzen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:

– verklaart de cliënt niet-ontvankelijk in het klachtonderdeel dat de zorgaanbieder hem geen zorg
 wil verlenen;

– verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond;

– wijst af het meer of anders verlangde.

Aldus beslist op 28 november 2018 door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit
mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, de heer dr. F.J.M. van der Meer en de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S. Rhebergen, secretaris.