
Commissie: Gehandicaptenzorg
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2019
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
1185802
De uitspraak:
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [plaats], gemachtigde: [naam], en Prinsenstichting, onderdeel van Stichting de Opbouw, gevestigd te Purmerend, (verder te noemen: de zorgaanbieder)Behandeling van het geschil
De commissie verwijst voor het verloop van de procedure naar haar ontvankelijkheidsverklaring
d.d. 17 oktober 2018, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.
Bij deze beslissing heeft de commissie cliënt ontvankelijk verklaard in zijn klacht.
Het geschil is ter zitting behandeld op 15 februari 2019 te Amsterdam. Namens cliënt was de gemachtigde, [naam], aanwezig. De zorgaanbieder werd ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw [naam], directeur, en [naam], hoofd facilitaire zaken.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de klimaatbeheersing in de kamer van cliënt.
Standpunt van cliënt
Voor het standpunt van cliënt verwijst de commissie allereerst naar de overgelegde stukken, in het bijzonder het vragenformulier dat (de gemachtigde van) cliënt op 5 juli 2018 aan de commissie heeft gezonden. In de kern komt het standpunt van (de gemachtigde van) cliënt op het volgende neer.
Cliënt verblijft in een zorgwoning van de zorgaanbieder. Cliënt klaagt over de structureel hoge temperatuur en met name de onvoldoende koeling in zijn kamer. Een onafhankelijk onderzoek heeft aangetoond dat de temperatuur in de kamer met name in de nacht te hoog is en dat er maatregelen dienen te worden genomen in de vorm van plaatsing van een split-airco systeem. De zorgaanbieder heeft dit advies niet opgevolgd. Cliënt heeft huidproblemen en door de slechte klimaatbeheersing kunnen deze problemen gaan opspelen.
Cliënt verzoekt de commissie de zorgaanbieder te veroordelen tot vergoeding van de aanleg van het split-airco systeem, een bedrag van € 3.460,–.
Ter zitting heeft de gemachtigde zijn standpunt nader toegelicht.
De gemachtigde heeft gesteld dat voorafgaand aan het onderzoek dat de deskundige heeft uitgevoerd met de zorgaanbieder is afgesproken dat de conclusie uit het rapport zou worden overgenomen door de zorgaanbieder. De airconditioner die de gemachtigde heeft laten installeren is hetzelfde apparaat als door de deskundige is aangeraden. De gemachtigde kan niet akkoord gaan met een ventilator omdat hiermee alleen de warme lucht wordt verplaatst en de kamer niet wordt gekoeld. Hij stelt dat de zorgaanbieder zich aan de afspraak dient te houden.
Sinds er een airconditioner in de kamer van zijn zoon hangt heeft hij geen last meer gehad van eczeem en huidallergie. Daarvoor moest gemachtigde zeer regelmatig met zijn zoon naar de dermatoloog.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de brief van 13 augustus 2018. In de kern komt het standpunt van de zorgaanbieder op het volgende neer.
De zorgaanbieder heeft, naar aanleiding van klachten van cliënten, onderzoek laten doen door een onafhankelijk bureau naar het klimaatsysteem in het gebouw. Conclusie is dat het systeem naar verwachting werkt. Cliënt was het niet eens met de resultaten van dit onderzoek en heeft een nader onderzoek laten uitvoeren, waaruit is gebleken dat de circulatie van de koele lucht in de kamer niet voldoende is. Als oplossing heeft de zorgaanbieder een Dyson Pure Cool Link toren geplaatst in andere kamers, behalve die van cliënt, die moet zorgen voor circulatie van koele lucht. In deze kamers werkt het systeem naar tevredenheid.
De zorgaanbieder stelt dat in het bouwbesluit/wetgeving geen normen zijn voorgeschreven met betrekking tot de klimaatbeheersing. Evenmin is er volgens het bouwbesluit een verplichting opgenomen voor de instelling om koeling aan te brengen.
De zorgaanbieder is niet bereid om de airco-installatie te vergoeden. Er is een goedkoper en goed functionerend alternatief beschikbaar. Afgezien van de kosten voor de aanpassing van het elektrische systeem ontstaat bij plaatsing van een airco-installatie precedentwerking naar enkele honderden andere cliënten.
Ter zitting heeft de zorgaanbieder haar standpunt nader toegelicht.
De zorgaanbieder stelt dat het doel van het onderzoek door de deskundige was gericht op de vraag of het systeem naar behoren functioneerde en wat de oorzaak was van de warmte in de kamer van cliënt. De oorzaak zou kunnen liggen in het feit dat de kamer naast de ketelruimte ligt of dat de buizen voor het warme water in de vloer te veel hitte afgeven. De deskundige is door de gemachtigde aangezocht en de onderzoeksopdracht is in samenspraak met de zorgaanbieder geformuleerd.
Gebleken is dat de vloer koude lucht afgeeft maar dat deze luchtlaag via de kier onder de deur van de badkamer wordt weggezogen. Om die reden heeft de zorgaanbieder een Dyson ventilator aangeboden, die de koude lucht naar boven stuurt.
Desgevraagd geeft de zorgaanbieder aan dat de huidproblemen van cliënt tijdens de behandeling van de klachtencommissie aan de orde zijn gekomen. De zorgaanbieder heeft hier verder geen onderzoek naar gedaan.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft vastgesteld dat in 2016 de klachtencommissie van zorgaanbieder de klacht over klimaatbeheersing in relatie tot gezondheidsproblemen van de cliënt heeft behandeld.
Dit leidde tot de afspraak dat partijen een extern en onafhankelijk onderzoek zouden laten uitvoeren. Deze extern deskundigen [naam deskundige] heeft, na het verrichten van een aantal metingen, vastgesteld dat het systeem van vloerverwarming met tevens vloerkoeling traag is en beperkingen heeft om in een korte tijd de kamer te koelen naar een aangename slaapkamertemperatuur. Met name bij langere warme perioden blijft de temperatuur in de kamer constant hoog. Aanpassingen aan het systeem om meer koeling in een ruimte te laten leveren zijn niet beschikbaar. Hiervoor moet worden gezocht naar een aanvullende koeling. De deskundige heeft aangeven dat het aanbrengen van een splitsysteem de meest eenvoudige manier is om dit te realiseren.
De gemachtigde stelt dat de zorgaanbieder is gehouden de aanbeveling van de deskundige over te nemen en een split airconditioner in de kamer van zijn zoon te installeren. De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat de onderzoeksvraag voor de deskundige niet was gericht op het geven van een mogelijke oplossing van het probleem en heeft naar een andere, goedkopere, oplossing gezocht, namelijk een Dyson Pure Cool Link Toren, die de lucht in de kamer ventileert.
De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder procedureel onzorgvuldig heeft gehandeld in deze. De commissie overweegt dat de zorgaanbieder heeft ingestemd met het deskundigenonderzoek en zich heeft verbonden aan de conclusies van de deskundige. De gemachtigde mocht er dan ook op vertrouwen dat de, op basis van de bevindingen aangegeven, aanbeveling van de deskundige door de zorgaanbieder zou worden opgevolgd.
Naar het oordeel van de commissie betekent dit dat de zorgaanbieder niet mocht volstaan met het plaatsen van een ventilator gelet op de conclusie van de deskundige dat klimaatbeheersing in de kamer uitsluitend mogelijk is door aanvullende koeling (airconditioning). In dit verband is van belang dat juist voor cliënt een aanvullende koeling belangrijk was in verband met de eczeem en huidallergie die hij ondervond als gevolg van de temperatuur in zijn kamer. De commissie acht de klacht gegrond.
Gemachtigde heeft in eigen beheer een airconditioningsinstallatie in de kamer van zijn zoon laten aanleggen door de firma Klaver klimaattechniek B.V. conform de aanbeveling van de deskundige.
De commissie zal de zorgaanbieder veroordelen tot het betalen van de kosten die de gemachtigde hiervoor heeft moeten maken, te weten € 3.460,– incl. BTW.
Nu de klachten van cliënt gegrond worden verklaard, zal de commissie de zorginstelling, overeenkomstig artikel 21 van het reglement van de commissie, veroordelen tot betaling van een bedrag van € 52,50 aan cliënt ter zake van het klachtengeld.
Het door partijen meer of anders gestelde behoeft naar het oordeel van de commissie geen verdere bespreking omdat dit niet tot een ander oordeel zal leiden.
Gezien het vorenstaande dient als volgt te worden beslist.
Beslissing
De commissie:
I. verklaart de klacht gegrond;
II. veroordeelt de zorgaanbieder tot betaling van € 3.460,– binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies aan de gemachtigde;
III. bepaalt dat de zorgaanbieder overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van
€ 52,50 dient te vergoeden aan de gemachtigde ter zake van het klachtengeld binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies;
Aldus beslist door op 15 februari 2019 de Geschillencommissie Gehandicaptenzorg, bestaande uit
de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw drs. Y.J.M. ten Brummelhuis MSM en
mevrouw drs. M.J.M. Timmers, leden, waarbij mevrouw mr. W. Hartong van Ark als plaatsvervangend secretaris fungeerde.