De cliënte vindt dat zij is tegengewerkt door instanties waardoor haar zoon uit huis is gezet. Zij heeft geen maatschappelijk werk van de zorgaanbieder ontvangen en de ronde tafelgesprekken zijn niet goed gegaan. De zorgaanbieder vindt dat de interne klachtenprocedure nog niet is doorlopen. Een gedeelte van de klachten is niet ontvankelijk. De klachten die wel ontvankelijk zijn worden afgewezen

  • Home >>
  • Publieke Gezondheid >>
De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Publieke Gezondheid    Categorie: Zorgvuldigheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 117477

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te [plaats], en GGD Flevoland, gevestigd te Lelystad, (hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Het geschil is ter zitting behandeld op 17 oktober 2018 te Amsterdam. Cliënte heeft ter zitting haar standpunt toegelicht. De zorgaanbieder is zoals vooraf aangegeven niet ter zitting verschenen.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft het handelen van de zorgaanbieder.

Standpunt van de cliënte

Voor het standpunt van cliënte verwijst de commissie naar het vragenformulier met bijlagen dat de commissie op 17 mei 2018 heeft ontvangen en waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd.

Cliënte heeft een aantal klachten aan de commissie voorgelegd:
1. Cliënte stelt dat zij door instanties is tegengewerkt, waardoor uiteindelijk haar zoon uit huis is geplaatst;
2. Nadat ondersteuning aan haar via maatschappelijk werk is gestopt, heeft cliënte verzocht om voortzetting. In een gesprek met de zorgaanbieder, waarin zij is gedwongen om een handtekening te zetten onder een formulier, is haar passende hulp toegezegd, die zij vervolgens niet heeft ontvangen. De zorgaanbieder heeft cliënte niet goed voorgelicht met welk doel zij dit gesprek zijn aangegaan;
3. Cliënte is medio 2016 een aantal weken opgenomen op basis van een onterechte diagnose die in haar kraamtijd is gesteld;
4. Er zijn ronde tafelgesprekken geweest zonder haar aanwezigheid en zonder haar van te voren op de hoogte te brengen;
5. De schooldirecteur van de school van haar zoon heeft het leven van cliënte kapot gemaakt en de band met haar zoon geruïneerd;
6. Zij is geïntimideerd door de voorzitter van de openbare scholen in Zeewolde;
7. Tot op de dag van vandaag heeft cliënte geen serieus maatschappelijk werk gehad;
8/9. Haar zoon en zijn vader zijn zorgmijders;
10. Bij de ronde tafelbijeenkomst in oktober 2017 is haar begeleidster van Inspiratie niet uitgenodigd;
11. Zij heeft haar toestemming ingetrokken en alle betrokken instanties zelf benaderd dat zij niet akkoord gaat met gegevensuitwisseling. Zij wilde van de instanties een bevestiging, maar die heeft zij van geen enkele instantie ontvangen. De GGD weigerde haar in deze assistentie te verlenen.

Vanwege het handelen van de zorgaanbieder ondervindt cliënte erg veel stress. Zij vordert van de zorgaanbieder een schadevergoeding van € 25.000,– en een afspraak om imagoherstel door haar sociale omgeving te realiseren; door die omgeving wordt zij continu lastig gevallen en wordt zij weggezet wordt als een gevaarlijke psychiatrische patiënte in plaats van een overbelaste moeder die geen maatschappelijk werkster krijgt door ketenpartners die loyaal zijn aan elkaar maar niet aan haar.
Door het gebrek aan maatschappelijk werk is haar zoon zwaar getraumatiseerd geraakt, zijn haar bedrijven bijna failliet en heeft zij geen tweede kind kunnen krijgen vanwege de vervroegde overgang in combinatie met stressfactoren.

Ter zitting heeft cliënte haar standpunt nader toegelicht.
Zij had een goed contact met de zorgaanbieder. Opeens werd haar zoon uit huis geplaatst en werd gesteld dat zij schulden had. Deze schulden kon zij betalen met de teruggave van de belastingdienst. Zij had een blanco psychiatrisch verleden. In haar kraamtijd heeft zij een stempel psychiatrisch patiënt gekregen en daarna is ze in een keten van hulpverlening terechtgekomen.
Zij wist niet dat de medewerker die haar tijdens een gesprek een handtekening heeft ontfutseld, werkzaam was bij het vangnet van de GGD. Door het handelen van de zorgaanbieder heeft zij geen gezag meer over haar zoon.
Cliënte voelt zich erg in de steek gelaten. Niemand geeft om haar en haar zoon. Ze is eenzaam zonder kind en zonder man. Zij brengt de hele dag achter haar computer door.
Zij hoopt met de schadevergoeding de reiskosten van haar zoon te kunnen bekostigen, zodat hij haar in de toekomst kan komen bezoeken.

Standpunt van de zorgaanbieder

Het standpunt van de zorgaanbieder luidt samengevat als volgt.

De zorgaanbieder heeft het verweer gericht op de klachten 2,4,7,10 en 11. Zij is van mening dat de overige klachten het handelen van de zorgaanbieder niet regarderen.

Klacht 2: De zorgaanbieder verzoekt de commissie cliënte terzake van klacht 2 niet-ontvankelijk te verklaren, daar cliënte deze klacht niet eerst aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd.
Eind juni 2016 is cliënte door de politie aangemeld bij de zorgaanbieder. In het eerste gesprek heeft cliënte aangegeven dat zij open staat voor hulpverlening en dat de zorgaanbieder in dat kader informatie mag opvragen bij verschillende instanties.
Zij heeft daartoe het toestemmingsformulier ondertekend. Vanaf dat moment is haar passende hulp geboden. Voor zover de klacht wel ontvankelijk zou zijn, verzoekt de zorgaanbieder deze kennelijk ongegrond te verklaren.

Klacht 4: Cliënte is niet meer uitgenodigd voor de ronde tafelgesprekken vanwege het feit dat zij het gesprek dat op 6 oktober 2017 heeft plaatsgevonden, verstoorde door over niet relevante onderwerpen te spreken.

Klacht 7: De zorgaanbieder verzoekt de commissie cliënte terzake van klacht 7 niet-ontvankelijk te verklaren, daar cliënte deze klacht niet eerst aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd.
Overigens heeft cliënte zelf besloten om met het maatschappelijk werk te stoppen. Zij krijgt vanuit GGD-centraal hulpverlening.

Klacht 10: Omdat cliënte haar toestemmingsverklaring voor het opvragen en delen van informatie heeft ingetrokken, is als gevolg hiervan de zorgaanbieder kritisch met het uitnodigen van partners die niet noodzakelijkerwijs aanwezig moeten zijn bij het overleg.

Klacht 11: De zorgaanbieder verzoekt de commissie cliënte terzake van klacht 11 niet-ontvankelijk te verklaren, daar cliënte deze klacht niet eerst aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd.
Overigens heeft de klachtenfunctionaris in haar afhandelingsbrief d.d. 14 november 2017 bevestigd aan cliënte dat de intrekking van de toestemming begin oktober 2017 in het dossier is opgenomen.
De zorgaanbieder heeft aan cliënte steeds duidelijk gemaakt dat haar werkzaamheden gericht zijn op het begeleiden van cliënte naar passende hulpverlening.

De zorgaanbieder verzoekt de klachten niet-ontvankelijk dan wel kennelijk ongegrond te verklaren.

Beoordeling van het geschil

Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het
volgende.

De commissie beperkt zich bij het beoordelen van de klacht tot het handelen van de zorgaanbieder. Dit betekent dat zij de klachten 1, 3, 5, 6, 8 en 9 buiten behandeling zal laten, daar deze klachten niet zien op het handelen van de zorgaanbieder.

Klacht 2/11:  Het verweer van de zorgaanbieder om deze klacht niet-ontvankelijk te verklaren, wijst de commissie af. Uit de overgelegde stukken is voldoende komen vast te staan dat cliënte meermalen deze klachten naar voren heeft gebracht.
Zoals de commissie ook ter zitting heeft vastgesteld, heeft cliënte bij volle bewustzijn haar handtekening onder de toestemmingsverklaring gezet, zodat de zorgaanbieder in het belang van de hulpverlening bij geëigende instanties om informatie kon verzoeken. Bij brief van 14 november 2017 heeft de zorgaanbieder cliënte bericht dat  de intrekking van de toestemming begin oktober 2017 in het dossier is opgenomen. Daarmee heeft de zorgaanbieder bevestigd hetgeen zij heeft gevraagd. De commissie zal deze klachten dan ook ongegrond verklaren.

Klachten 4/10: De commissie overweegt dat de zorgaanbieder op eigen initiatief ronde tafelgesprekken kan voeren en op grond van eigen criteria de deelnemers aan deze gesprekken kan uitnodigen. Om haar moverende reden heeft de zorgaanbieder ervoor gekozen een gesprek te voeren met de direct bij de hulpverlening betrokken medewerkers.
De zorgaanbieder hoeft daarbij in principe niet altijd rekening te houden met de wensen van cliënte. Gelet op de gegeven omstandigheden acht de commissie het begrijpelijk dat cliënte niet voor een vervolggesprek is uitgenodigd.

Klacht 7: De commissie verklaart deze klacht niet-ontvankelijk op grond van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, van het reglement, daar cliënte deze klacht niet eerst aan de zorgaanbieder kenbaar heeft gemaakt. Overigens blijkt uit de overgelegde stukken dat de GGD afdeling Vangnet en advies vele malen heeft getracht met cliënte een hulpvraag te formuleren om te zoeken naar een passende hulpverlening, maar dat uiteindelijk de verstoorde relatie met cliënte ertoe heeft geleid dat de hulpverlening thans is ondergebracht bij de GGz Centraal. Niet kan worden gesteld dat cliënte geen maatschappelijke hulpverlening krijgt.

Conclusie
De commissie verklaart cliënte niet-ontvankelijk in haar klachten 1, 3, 5, 6, 7, 8 en 9 en verklaart de klachten 2, 4, 10 en 11 ongegrond.

Van een verwijtbaar handelen door de zorgaanbieder is, zoals hiervoor is overwogen, geen sprake, zodat aan cliënte geen aanspraak op schadevergoeding toekomt. De door haar verlangde schadevergoeding zal worden afgewezen.

Beslissing

De commissie:

– verklaart cliënte niet-ontvankelijk in haar klachten 1, 3, 5, 6, 7, 8 en 9;

– verklaart de klachten 2, 4, 10 en 11 van cliënte ongegrond;

– wijst al het anders of meer gevorderde af.

Aldus beslist op 17 oktober 2018 door de Geschillencommissie Publieke Gezondheid.