Consument ontevreden over verlening permanente eyeliner

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Uiterlijke verzorging    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 175375/191227

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De ondernemer heeft bij de consument permanente eyeliner geplaatst. Dat is aanvankelijk naar tevredenheid gebeurd. Het geschil is pas ontstaan nadat de consument had gevraagd of de lijnen nog een stukje verlengd konden worden. De consument vindt dat die verlenging niet goed is gegaan, omdat toen een verschil in vorm en lengte is ontstaan. Dat verschil ontkent de ondernemer niet. Zij heeft daarvoor als verklaring gegeven dat zij in overleg met de consument is begonnen met de verlenging van de lijn langs één oog. Volgens de ondernemer is de consument later weer van gedachten veranderd en vond zij de verlenging kennelijk toch niet mooi. De commissie oordeelt dat het aannemelijk is dat de consument pas nadat de verlenging is uitgevoerd, heeft geklaagd over de uitvoering. Volgens de commissie had de verlenging nog ongedaan kunnen wo0rden gemaakt als partijen er sneller bij waren geweest. De commissie verklaart de klacht ongegrond.

De uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over de gevolgen van het aanbrengen van permanente make-up (eyeliner).

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft bij mij permanente eyeliner langs mijn ogen geplaatst. Daarvoor ben ik meerdere keren behandeld. Aanvankelijk was ik tevreden, maar tijdens de laatste behandeling heeft de ondernemer de lijnen niet goed geplaatst. De lijnen langs mijn linker en rechter oog verschilden van vorm en lengte. Ik wilde dat de ondernemer haar fout zou herstellen. Daartoe was zij ook bereid. Maar daarvan is het niet gekomen. De ondernemer heeft zelf voorgesteld dat ik ter correctie bij een ander een laserbehandeling zou ondergaan. Ik heb al vijf laserbehandelingen gehad. In totaal zullen er zeven nodig zijn. De behandelingen zijn zeer pijnlijk en kostbaar. Ik zal in totaal ruim € 2.100 moeten betalen. Ik wil dat die kosten vergoed worden.

Omdat ik geen advocaat heb, nemen de ondernemer en haar verzekeraar mijn claim helaas niet serieus. De verzekeraar heeft aansprakelijkheid afgewezen. Later heeft de verzekeraar mij geschreven dat de uitslag van deze procedure zal worden gerespecteerd. Helaas kan ik mij geen juridische bijstand veroorloven.

Het gesprek met de deskundige vond ik prettig. Ik voelde mij gehoord.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Ik heb geen fout gemaakt. De consument was juist heel tevreden over mijn behandelingen en de plaatsing van de eyeliner. Dat blijkt uit haar reviews op social media. Later, nadat de nabehandeling al had plaatsgevonden, heeft zij laten weten dat zij de lijnen toch wilde laten verlengen. Dat is heel ongebruikelijk maar was haar wens. Ik ben toen in overleg met haar begonnen met de tatoeëring van de verlenging van de geplaatste lijn langs één oog. Het was de bedoeling dat later de lijn langs het tweede oog verlengd zou worden (als dat oog niet meer zo rood zou zijn van de tekening met de stift). De consument is na de verlenging van de lijn langs één oog van gedachten veranderd. Zij wilde de verlenging toch niet meer. Aanvankelijk heb ik met haar meegedacht over een oplossing, maar onze communicatie daarover is niet goed verlopen.

De gestelde schade is niet onderbouwd. Voor de correctie van de verlenging zijn niet zoveel laserbehandelingen nodig. Bovendien is zij zelf van gedachten veranderd. Als zij er sneller bij was geweest, dan had de verlening eenvoudig ongedaan gemaakt kunnen worden met remover.

De consument maakt misbruik van deze procedure. Daarom moet zij worden veroordeeld om €262,50 (vijf keer het klachtengeld) aan mij te vergoeden. Ik wil ook dat zij een verbod krijgt om negatieve reviews over mij op social media te zetten op straffe van een dwangsom.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft bij de consument permanente eyeliner geplaatst. Dat is aanvankelijk naar tevredenheid gebeurd. Ook de consument was van mening dat de lijnen correct waren geplaatst. Dat is tijdens de nabehandeling besproken.

Het geschil is pas ontstaan nadat de consument had gevraagd of de lijnen niet toch nog een stukje verlengd konden worden. De consument vindt dat die verlenging niet goed is gegaan, omdat toen een verschil in vorm en lengte is ontstaan. Dat verschil ontkent de ondernemer niet. Zij heeft daarvoor als verklaring gegeven dat zij in overleg met de consument is begonnen met de verlenging van de lijn langs één oog. Volgens de ondernemer is de consument later weer van gedachten veranderd en vond zij de verlenging kennelijk toch niet mooi. De commissie oordeelt deze verklaring aannemelijk. De consument krijgt dus geen gelijk. De commissie kan niet vaststellen dat de ondernemer een fout heeft gemaakt bij de plaatsing van de eyeliner.

De commissie kan ook niet aannemen dat de ondernemer heeft toegezegd de kosten van de laserbehandelingen te betalen. Partijen hebben wel over een laserbehandeling gesproken, maar van een onvoorwaardelijke en concrete toezegging is niet gebleken.

De klacht slaagt dus niet. De ondernemer hoeft de kosten van de laserbehandelingen dus niet te betalen. De commissie komt niet toe aan de begroting van de herstelkosten. Het rapport van de deskundige kan daarom buiten beschouwing blijven.

Het is wel spijtig dat de communicatie tussen partijen niet goed is verlopen. Als partijen er snel bij waren geweest, dan had de verlenging van de lijn nog relatief eenvoudig ongedaan kunnen worden gemaakt. Maar de commissie kan niet oordelen dat de één een groter verwijt treft van de miscommunicatie dan de ander.

De commissie kan niet concluderen dat de consument haar standpunt tegen beter weten in heeft verdedigd. Zij hoeft de ondernemer daarom niet het bedrag van € 262,50 te betalen.
Een verbod op negatieve uitlatingen zal ook niet worden gegeven. Zo’n verbod vindt de commissie niet nodig. Het spreekt vanzelf dat beide partijen zich fatsoenlijk tegenover elkaar dienen te gedragen. Daarbij hoort dat zij zich niet onnodig (op social media) negatief over de ander uitlaten.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst het door de consument en door de ondernemer verlangde verbod af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit mevrouw mr. H.A.M. Pinckaers, voorzitter, mevrouw A. Hofman, mevrouw mr. E.J.P.J.M. Kneepkens, leden, op 10 februari 2023.