Commissie niet bevoegd om te oordelen in geschil met medisch deskundige

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: Bevoegdheid    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: onbevoegdverklaring   Uitkomst: onbevoegd   Referentiecode: 248063/269068

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënt klaagt over het handelen van een arts die optrad als medisch deskundige in een civiele rechtszaak.

De commissie is niet bevoegd dit geschil inhoudelijk te behandelen, omdat de uitzonderingsbepaling in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) van toepassing is.

De uitspraak

In het geschil tussen

mevrouw [naam], wonende te [plaatsnaam] (hierna te noemen: de cliënt)

en

Academisch Ziekenhuis Groningen (UMCG), gevestigd te Groningen
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Samenvatting
De cliënt klaagt over het handelen van een arts die optrad als medisch deskundige in een civiele rechtszaak.

De commissie is niet bevoegd dit geschil inhoudelijk te behandelen, omdat de uitzonderingsbepaling in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) van toepassing is.

Behandeling van het geschil
Uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of de commissie bevoegd is het geschil te behandelen.
De Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 30 mei 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling

Klacht van de cliënt
De cliënt klaagt over het handelen van plastisch chirurg [naam], die optrad als medisch deskundige in een civiele rechtszaak. De plastisch chirurg was een uur te laat bij de afspraak, heeft de cliënt onheus bejegend en de totstandkoming en de inhoud van het rapport voldoen niet aan de verwachtingen van de cliënt. Zo strookt de inhoud van het rapport niet met hetgeen de cliënt tijdens het gesprek is verteld. Daarbij kreeg de cliënt ook nog een factuur van € 3.000,– voor het in haar ogen halfslachtig uitgevoerde onderzoek.

Bevoegdheid
De commissie dient allereerst te beoordelen of het geschil inhoudelijk kan worden behandeld.

De geschilleninstantie heeft tot taak geschillen over gedragingen van een zorgaanbieder jegens een cliënt in het kader van de zorgverlening te beslechten. Dit betekent dat een geschil inhoudelijk moet raken aan de individuele behandelingsovereenkomst tussen een zorgaanbieder en een cliënt.

Bij de commissie ligt de vraag voor of op het onderhavige geschil de Wkkgz van toepassing is, nu de plastisch chirurg heeft opgetreden als medisch deskundige in een civiele zaak. De commissie overweegt als volgt.

Zorgverlening in de zin van de Wkkgz?
De plastisch chirurg heeft in het dit geschil opgetreden als medisch deskundige in een civiele rechtszaak. Op het bij de commissie ingediende vragenformulier merkt de cliënt op dat de arts was aangesteld door de tegenpartij in samenspraak met de advocaat van de cliënt. Vaststaat dat de plastisch chirurg klaagster medisch heeft onderzocht.

Voor de beantwoording van de vraag of de commissie bevoegd is van het geschil kennis te kunnen nemen, is het van belang te onderzoeken of er sprake is van een van de uitzonderingen die een beoordeling van deze commissie van een geschil blokkeert.

Artikel 1 lid 4 van de Wkkgz stelt het volgende:
“Op zorg voor zover deze betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een cliënt, verricht in opdracht van een ander dan die cliënt in verband met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, (…), zijn artikel 10, eerste en tweede lid, en hoofdstuk 3 niet van toepassing.”

Naar het oordeel van de commissie heeft de arts in kwestie weliswaar zorg verleend doch is deze wijze van zorg uitgezonderd voor het indienen van een geschil in de zin van de Wkkgz.

De plastisch chirurg heeft ten behoeve van zijn rapport onder andere een door een andere arts tijdens een eerdere operatie uitgevoerde incisie onderzocht aan een van de borsten van klaagster om zich een oordeel te vormen over de wijze waarop deze was uitgevoerd. Hiermee staat het voor de commissie vast dat de chirurg handelingen heeft uitgevoerd ter beoordeling van de gezondheidstoestand van klaagster. De cliënt zelf stelt dat de opdracht tot het opmaken van het onderhavige is gegeven door haar tegenpartij in een civiele zaak.

Naar het oordeel van de commissie is op grond van bovenstaande de uitzonderingsbepaling van artikel 1 lid 4 van de Wkkgz van toepassing. Een en ander heeft tot gevolg dat de bepalingen in hoofdstuk 3 van de Wkkgz (aangaande de effectieve en laagdrempelige klachten- en geschillenbehandeling) dan ook niet van toepassing zijn.

Hierdoor is de commissie niet bevoegd een oordeel te geven over dit geschil. Dat de onderhavige opdracht aan de plastisch chirurg in deze zaak in samenspraak met klaagster is gegeven, maakt dit niet anders.

De commissie is niet bevoegd dit geschil inhoudelijk te behandelen.

Op grond van het voorgaande acht de commissie zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart zich onbevoegd het geschil te behandelen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Ziekenhuizen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer R. Simons, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. S.M.E. Balfoort, secretaris, op 30 mei 2024.