Commissie: Zorg Algemeen
Categorie: (On) zorgvuldigheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
113844/129871
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënte heeft bij de zorgaanbieder een cosmetische behandeling ondergaan. Vooraf heeft zij duidelijk aangegeven welke gebieden de vorige keer waren behandeld, maar de zorgaanbieder heeft hier niet naar geluisterd en geen rekening gehouden met het gezicht van de cliënte. Hierdoor is de filler/botox op de verkeerde plek en in een verkeerde hoeveelheid aangebracht. De zorgaanbieder heeft niet geprobeerd tot een oplossing te komen en de aangedragen oplossing (nog meer fillers) was onprofessioneel. De cliënte eist een schadevergoeding. De zorgaanbieder stelt dat aan de cliënte is uitgelegd dat wat zij wilde niet tot het juiste resultaat zou leiden. Het behandelplan is uitgebreid met de cliënte besproken en zij is hiermee akkoord gegaan. De commissie oordeelt dat de cliënte zelf heeft ingestemd met het andere behandelplan op basis van de uitleg van de zorgaanbieder. Gezien de hoeveelheden botox en filler die zijn gebruikt vindt de commissie dat de behandelaar gehandeld heeft volgens de richtlijnen en dat de behandeling goed is uitgevoerd. De klacht is ongegrond.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënte] wonende te [woonplaats]en
Faceland Chirurgie B.V., gevestigd te Capelle aan den IJssel
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 2 februari 2022 te Den Haag.
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht. Cliënte heeft per ZOOM-verbinding haar standpunt nader toegelicht.
Namens de zorgaanbieder waren ter zitting aanwezig [naam], [naam] en [naam], klachtenfunctionaris (per ZOOM-verbinding).
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een cosmetische ingreep.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënte heeft in februari 2020 een cosmetische behandeling ondergaan. Zij is niet tevreden over het resultaat van de behandeling. Cliënte heeft de behandeling al eens eerder laten uitvoeren en heeft aan de zorgaanbieder aangegeven welke gebieden in haar gezicht toen zijn behandeld. De zorgaanbieder heeft echter niet naar haar geluisterd en ook niet goed gekeken naar de vorm van haar gezicht. Hij heeft naar eigen inzicht gehandeld en geen rekening gehouden met de wens van cliënte. Door filler in haar wangen te spuiten in plaats van bij haar jukbeenderen heeft zij nu appelwangen gekregen. Er is teveel botox/filler gespoten en onder haar oog zit te veel vocht.
Cliënte stelt dat zij met betrekking tot de keuze van de wijze van behandeling onvoldoende is voorgelicht. In dit verband merkt zij op dat het informed consent formulier irrealistisch is met betrekking tot de verwachting dat cliënte weet wanneer de behandelaar ‘volledig’ in informatieverschaffing is geweest. De tekst van het getekende formulier is niet gelijk aan het digitaal formulier patiënt record export.
Cliënte heeft over het resultaat geklaagd. De zorgaanbieder was niet toeschietelijk. Er was sprake van een
willoosheid en laksheid bij de behandelaar bij het maken van controlefoto’s. De second opinion werd uitgevoerd door een directe collega van de behandelend arts en cliënte heeft geen terugkoppeling gekregen. Cliënte vond de geboden oplossing (nog meer fillers) zeer onprofessioneel.
Cliënte vordert van de zorgaanbieder een schadevergoeding van € 949,82. Hierin begrepen zijn de kosten van de behandeling € 827,–, de kosten geschillenprocedure € 52,50 en reiskosten € 70,32.
Ter zitting heeft cliënte aangegeven dat zij niet op het aanbod van de zorgaanbieder is ingegaan omdat zij geen vertrouwen meer had in het resultaat. Het bijspuiten van fillers zou leiden tot een nog groter hoofd. Cliënte was over het gehele resultaat van de cosmetische ingreep niet tevreden. Zij betwist dat de behandelaar het behandelplan vooraf met haar besproken heeft.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Op 26 februari 2020 had cliënte een afspraak voor een consult/behandeling. Tijdens het consult vertelde cliënte dat zij zich met name stoorde aan de diepte van haar neuslippenplooien en dat zij hiervoor eerder elders een behandeling heeft ondergaan. Tijdens deze eerdere behandeling werd volgens cliënte een filler geplaatst ter plaatse van de ‘wangen’ om zo de neuslippenplooien te doen verminderen. Cliënte wenste eenzelfde behandeling als die zij eerder had ondergaan. Echter, omdat cliënte zich voornamelijk stoorde aan de neuslippenplooien heeft de zorgaanbieder geadviseerd de filler niet enkel ter plaatse van de malar te plaatsen, maar te verdelen over het gehele jukbeen. Behandeling van de jukbeenderen leidt door middel van een liftend effect op de wangen tot verzachting van de neuslippenplooien. Behandeling van enkel de malar, zoals cliënte aanvankelijk wenste, heeft de zorgaanbieder afgeraden omdat dit juist een averechts effect op de neuslippenplooien heeft. Na deze uitleg leek cliënte te begrijpen dat haar aanvankelijke wens niet het resultaat zou geven dat ze daadwerkelijk wenste. Naast de jukbeenderen werd besloten ook de neuslippenplooien zelf met een filler te behandelen en de kraaienpootjes en gummy smile met Botox te behandelen. Het behandelplan is uitgebreid met cliënte besproken en zij gaf hiervoor akkoord door middel van het tekenen van het informed consent formulier.
De zorgaanbieder betwist dat zonder medeweten en zonder instemming van cliënte een andere behandeling is uitgevoerd dan is besproken.
De zorgaanbieder betwist dat een te grote hoeveelheid Botox en filler gebruikt is. Voor de jukbeenderen en malar is totaal slechts 1,5 milliliter Radiesse gebruikt, terwijl het niet ongewoon is om deze indicaties te behandelen met 2 tot 3 milliliter filler, waarbij nog altijd een natuurlijk resultaat behouden blijft. De hier gebruikte 1,5 milliliter is verdeeld over beide zijden van het gelaat en over de gehele lengte van het jukbeen en malar van cliënte, wat gezien de grootte van het gebied tot niets anders dan een heel subtiel resultaat kan leiden. Op de foto’s gemaakt tijdens de controle afspraak is dit subtiele resultaat ook terug te zien. Cliënte was ontevreden en gefocust op de volgens haar aanwezige ‘bobbels’ ter plaatse van de laterale jukbeenderen. De zorgaanbieder heeft tijdens deze controle afspraak geconstateerd dat er enkel wat zwelling na een hematoom zichtbaar was, hetgeen niet ongewoon is na deze behandeling en van voorbijgaande aard is. De cliënte heeft tijdens dit gesprek geen melding gemaakt van pijnklachten. De gebruikte filler, Radiesse, is een stevige filler die de eerste periode na de behandeling voelbaar kan zijn bij aanraking. Een beurs gevoel gedurende enige tijd na de behandeling is niet ongewoon.
Wat betreft de gummy smile-behandeling met Botox was het effect na de behandeling onvoldoende. De zorgaanbieder heeft cliënte vóór de behandeling uitgelegd dat zij de eerste keer altijd voorzichtig en met lage doseringen begint, omdat een overdosering resulteert in een “hangende” bovenlip. Tijdens de controle afspraak heeft de zorgaanbieder aan cliënte aangeboden de gummy smile bij te werken, maar zij weigerde dit.
De zorgaanbieder heeft gehandeld conform de richtlijn van de NVCG. Voor de ook behandelde kraaienpootjes en neuslippenplooien zijn heel gemiddelde doseringen Botox gebruikt van respectievelijk 28 eenheden voor de kraaienpootjes en 6 eenheden voor de gummy smile. Als de zorgaanbieder deze hoeveelheden door elkaar zou hebben gehaald zoals cliënte suggereert, had zij in plaats van teveel juist géén resultaat van de kraaienpootjes gezien en had zij naar alle waarschijnlijkheid een “hangende” bovenlip gekregen.
Cliënte stelt dat zij na de behandeling vochtophopingen (oedeem) onder de ogen heeft gekregen. Op het moment van de controle afspraak was hier (nog) geen sprake van. Oedeem is een vaker voorkomende bijwerking van Botox ter plaatse van de oogspieren, het kan onder de ogen voorkomen doordat de spier die het vocht afdrijft deels stil komt te liggen. Voorafgaand aan de behandeling gaf cliënte aan hier niet gevoelig voor te zijn. Het is vervelend dat het bij cliënte gebeurd is, maar de zorgaanbieder had dit op geen enkele manier kunnen voorkomen. Oedeem is een tijdelijk probleem dat weer verdwijnt na het uitwerken van de Botox.
De zorgaanbieder is van mening dat hij zijn uiterste best heeft gedaan een behandelplan op te stellen dat paste bij de wensen van cliënte. Er is uitgebreid gesproken over het te verwachten resultaat en de behandeling is lege artis uitgevoerd. De zorgaanbieder was bereid het behandelde gebied kosteloos alsnog aan te passen naar de wensen van cliënte, maar dit weigerde zij.
Beoordeling van het geschil
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij haar werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op haar rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval de zorgaanbieder) voortvloeit uit een behandelingsovereenkomst wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een dergelijke behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
Voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel ieder die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de voor de zorgaanbieder uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting, is tekortgeschoten in de uitvoering van die verplichting. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en cliënte moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
Klacht: de arts heeft niet naar cliënte geluisterd maar de behandeling uitgevoerd zoals zij dat mooi vond.
De commissie heeft ter zitting vastgesteld dat er een verwarring bestond tussen het inbrengen van fillers in de wangen en in het gebied rond de jukbeenderen. Duidelijk was wel dat zowel de zorgaanbieder als de cliënte eenzelfde resultaat beoogden namelijk een verminderd diepe neus-lippenplooi.
De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat voorafgaande aan de behandeling duidelijk een behandelplan is gemaakt op basis van de wensen van cliënte waarbij de zorgaanbieder heeft geadviseerd de filler te verdelen over het gehele jukbeen waardoor een liftend effect op de wangen zou ontstaan dat zou leiden tot verzachting van de neuslippenplooien. Behandeling van enkel de malar, zoals cliënte aanvankelijk wenste, heeft de zorgaanbieder afgeraden omdat dit juist een averechts effect op de neuslippenplooien heeft. Cliënte is hiermee akkoord gegaan.
De commissie verklaart de klacht ongegrond.
Klacht: te veel botox en fillers ingespoten hetgeen heeft geleid tot vochtophoping.
Cliënte heeft aangegeven dat zij niet tevreden is over het uiteindelijke resultaat. Het leek alsof er teveel botox en fillers waren ingespoten. De commissie is ambtshalve bekend dat na een dergelijke behandeling hematomen kunnen ontstaan die zwellingen van tijdelijke aard veroorzaken. Ook kan het inspuiten van botox bij de oogspier oedeem veroorzaken doordat de spier die het vocht afdrijft deels stil komt te liggen.
Gezien de hoeveelheden filler en Botox die zijn ingespoten, is de commissie van oordeel dat de behandelaar heeft gehandeld conform de vigerende richtlijnen en dat de behandeling lege artis is uitgevoerd. De klacht is gelet hierop ongegrond.
Conclusie
De zorgaanbieder heeft een inspanningsverplichting om een bepaald resultaat te bereiken. Niet gebleken is dat de zorgaanbieder bij het uitvoeren van de cosmetische behandeling onzorgvuldig heeft gehandeld dan wel tekort is geschoten in zijn inspanningsverplichting. Dat cliënte niet tevreden is over het resultaat kan de zorgaanbieder niet worden verweten.
Gezien het vorenstaande verklaart de commissie de klachten ongegrond. Nu de zorgaanbieder niet tekort is geschoten in zijn inspanningsverplichting, wijst de commissie ook de vordering tot schadevergoeding af.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond en wijst het gevorderde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, de heer dr. M-B Bouman, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 2 februari 2022.