Cliënte ontevreden over toegewezen woning

De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Zorg Algemeen    Categorie: (On)Zorgvuldig handelen    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 134173/171519

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De cliënte is ontevreden over de woning die haar is toegewezen. Zij moet een periode wachten voordat de woning op haar naam gezet kan worden en er zouden mensen ongewenst naar binnen zijn gekomen. Ook is de cliënte ontevreden over de begeleider. Volgens de zorgaanbieder is het niet mogelijk een woning eerder op naam van de cliënte te zetten.

Naar het oordeel van de commissie is het niet aan de zorgaanbieder om te bepalen op welk moment de woning op de naam van de cliënte wordt gezet. Pas na afronding van de woonbegeleiding kan de woningbouwvereniging dit moment gaan bepalen. De commissie geeft ter overweging mee dat het inzetten van een nieuwe begeleider hierin ook weer voor vertraging kan zorgen. Niet is gebleken dat de zorgaanbieder sleutels heeft voor toegang tot de woning van de cliënte. De klacht is ongegrond.

De uitspraak

in het geschil tussen

mevrouw [naam cliënte], wonende te [woonplaats]

(hierna te noemen: de cliënte)

en

Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, gevestigd te Almere

(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zorg Algemeen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De mondelinge behandeling van het geschil heeft plaatsgevonden op 20 december 2022 te Utrecht.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

Namens de zorgaanbieder zijn ter zitting verschenen mevrouw [naam kwaliteitsmanager/Klachtenfunctionaris], en mevrouw [naam zorgmedewerkster].

Onderwerp van het geschil
Cliënte is ontevreden over de door haar toegewezen woning, het feit dat zij nu weer een periode moet wachten voordat de woning op haar naam gezet kan worden en klaagt over insluiping in de woning door een medewerker van de zorgaanbieder.

Standpunt van cliënte
Voor het standpunt van cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Er is sprake van een mismatch. De toegewezen woning is gehorig en volstrekt ongeschikt voor haar gehandicapte kind.

Vanwege escalatie met de bovenburen kon cliënte vanaf de 2de week één maand lang niet in de woning kon verblijven.

Cliënte heeft voor de tweede keer verzocht om een andere woning maar dit verzoek is afgewezen. Cliënte wil graag dat de mismatch ingezet wordt en dat zij naar een geschikte woning kan verhuizen voor haar kind.

Ter zitting heeft zij haar klacht aangevuld.

Inmiddels woont cliënte in een nieuwe woning. Alleen nu is het probleem dat zij weer tot mei 2023 moet wachten tot het opklapmoment waarop zij de huurovereenkomst op haar naam kan krijgen.

Daarnaast stelt cliënte dat er mensen zonder haar toestemming in haar huis zijn gekomen. Er zijn spullen weggenomen en spullen beschadigd. Cliënte verdenkt de zorgaanbieder dat zij sleutels van haar woning heeft achtergehouden en stiekem binnenkomt. Daarnaast heeft zij onenigheid met haar zorgbegeleider. Zij zou graag een andere willen hebben.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Het is het beleid van de woningbouwvereniging dat pas na één jaar bewoning het opklapmoment komt waarop de huuroverkomst op naam van de cliënt wordt gezet. De zorgaanbieder kan hier geen invloed op uitoefenen. De woningbouwvereniging eist dat voordat het opklapmoment komt een cliënt woonbegeleiding dient te accepteren en deze begeleiding gedurende één jaar krijgt.

Op zichzelf is het mogelijk dat cliënte een andere woonbegeleider krijgt maar dit kan tot gevolg hebben dat het opklapmoment op een later moment zal plaatsvinden omdat er dan een hiaat is in de woonbegeleiding. De zorgaanbieder adviseert cliënte dan ook om met de huidige begeleider afspraken te maken nu op dit moment de woonbegeleiding is gestagneerd vanwege onvrede van de zijde van cliënte.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.

Vast is komen te staan dat cliënte na twee mismatchen een nieuwe woning heeft gekregen. Daarmee komt haar initiële klacht te vervallen.

Opklapmoment
Cliënte wil thans de huurovereenkomst op haar naam hebben. Zij vindt het niet redelijk dat na elke verhuizing het opklapmoment met een jaar wordt opgeschort. Zij eiste van de zorgaanbieder dat dit wordt geregeld.

De commissie overweegt dat de woningbouwvereniging bepaalt op welk moment het opklapmoment daar is. Het tijdstip waarop de huurovereenkomst op naam van cliënte wordt gezet wordt bepaald door de woningbouwvereniging. Voorwaarde voor het op naam stellen van de huurovereenkomst is dat cliënte woonbegeleiding krijgt.

Pas als de woonbegeleiding is afgerond en de zorgaanbieder een verklaring hierover heeft afgegeven wordt door de woningbouwvereniging het opklapmoment vastgesteld.

Cliënte moet deze woonbegeleiding wel aanvaarden. Nu de zorgaanbieder niet het tijdstip van het opklapmoment kan vaststellen, zal de klacht ongegrond worden verklaard.

Daarbij merkt de commissie op dat ter zitting is gebleken dat de woonbegeleiding van cliënte is gestagneerd omdat cliënte ontevreden is over de begeleider. Cliënte wil graag een andere begeleider. De zorgaanbieder kan dit verzoek inwilligen maar wijst erop dat hierdoor de woonbegeleiding vertraging oploopt en dat dit gevolg kan hebben voor het opklapmoment omdat de verklaring dan pas op een later moment kan worden afgegeven. Het is aan cliënte om te beslissen of zij toch door wil gaan met deze begeleider of dat zij een nieuwe begeleider krijgt met het risico dat het opklapmoment op een later moment wordt vastgesteld.

Sleutels
Cliënte heeft gesteld dat een medewerker van de zorgaanbieder sleutels heeft van haar woning en zonder toestemming de woning heeft betreden. De zorgaanbieder heeft ter zitting ontkend dat iemand sleutels van de woning in het bezit heeft. Het slot is inmiddels vervangen maar cliënte stelt dat er nog steeds iemand binnenkomt. De commissie is van oordeel dat niet is komen vast te staan de zorgaanbieder sleutels van de woning van cliënte heeft. Mocht er naar haar idee sprake zijn van insluiping dat dient cliënte hiervan aangifte te doen bij de politie.

De commissie verklaart deze klacht ongegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klachten ongegrond en wijst de vordering af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Zorg Algemeen, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer dr. J.W. Stenvers, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 20 december 2022.