Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: (Non-conformiteit)
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
185152/198803
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte heeft een borstverkleinende operatie laten uitvoeren bij de zorgaanbieder. Cliënte is niet tevreden met het resultaat van de operatie, ook niet na de uitgevoerde correcties. Cliënte is van mening dat de zorgaanbieder onzorgvuldig heeft gehandeld. Het is de commissie niet gebleken dat de zorgaanbieder onzorgvuldig gehandeld zou hebben. De klacht is dan ook ongegrond.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam] , wonende te [plaats] (hierna te noemen: de cliënte)en
Beekman Klinieken B.V., gevestigd te Lelystad
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 6 april 2023 te Utrecht.
Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam], plastisch chirurg, en [naam], verpleegkundig specialist. De cliënte heeft de commissie bericht dat zij niet ter zitting aanwezig zal zijn.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van de geleverde zorg aan de cliënte. De cliënte verwijt de zorgaanbieder dat hij een borstcorrectie onjuist heeft uitgevoerd, waardoor zij een kostbare hersteloperatie zal moeten ondergaan.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënte heeft in 2017 een borstverkleinende operatie door de zorgaanbieder laten uitvoeren, die door haar zorgverzekeraar werd vergoed vanwege haar fysieke klachten. De cliënte was echter niet tevreden met het resultaat; haar borsten waren nog steeds erg groot. Zij had gevraagd om een C cup, maar na de ingreep had zij een E cup. De cliënte heeft dit aan de zorgaanbieder voorgehouden, maar haar werd verteld dat de verkleining in proportie is met haar lichaam. Door de arts-assistent zijn nog meerdere aanvullende ingrepen ter correctie uitgevoerd, maar het resultaat bleef niet naar wens.
De cliënte bleef last houden van rug- en schouderklachten. Op 16 mei 2022 heeft de plastisch chirurg nogmaals een borstverkleinende operatie uitgevoerd en tevens heeft hij een liposuctie aan de flanken toegepast. Weer was het resultaat niet wat de cliënte ervan verwacht had. Door alle ingrepen had de cliënte inmiddels vele ontsierende littekens, die daarbij erg pijnlijk waren. De cliënte had alle vertrouwen in de zorgaanbieder verloren. Het resultaat van de ingrepen is asymmetrisch, de tepels zijn ingetrokken en zitten scheef, en de cliënte heeft last van grote en pijnlijke littekens. De cliënte heeft zich tot een plastisch chirurg van de Bergman kliniek gewend voor een second opinion. Deze arts heeft geconstateerd dat de rechterborst iets groter is dan de linkerborst, dat de tepel links niet in het midden van de tepelhof lijkt te staan, en dat er asymmetrie is van de flanken. De arts heeft de cliënte voorgesteld een compleet nieuwe borstverkleining te laten uitvoeren via de bestaande littekens, met een herziening van de littekens en het innemen van het surplus richting de oksels/flanken.
De zorgaanbieder heeft niet adequaat op de klachten van de cliënte gereageerd; zij moest telkens zelf aan de bel trekken. Daarbij is haar niet haar medisch dossier toegestuurd, hoewel zij daarom had verzocht. De cliënte heeft veel pijn, stress en zorgen ervaren door het jarenlange onzorgvuldig handelen van de zorgaanbieder.
De cliënte verlangt een hersteloperatie in de Bergman kliniek op kosten van de zorgaanbieder. Daarbij verlangt zij een vergoeding van het eigen risico van € 360,– dat zij voor alle ondeskundig uitgevoerde ingrepen heeft betaald en een vergoeding van het emotionele leed dat haar door de zorgaanbieder is aangedaan.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder heeft in 2017 een borstverkleinende operatie bij de cliënte uitgevoerd en een kleine poliklinische correctie rondom de tepels. Omdat de cliënte haar borsten nog steeds te groot vond, heeft de zorgaanbieder op 16 mei 2022 een tweede borstverkleining uitgevoerd in combinatie met een liposculptuur van het vetweefsel aan de flanken. Dit weefsel hoort niet bij de borsten, maar is een apart anatomisch gebied. De zorgaanbieder heeft de tweede ingreep kosteloos uitgevoerd, niet omdat de eerste ingreep niet naar behoren zou zijn uitgevoerd, maar omdat hij de cliënte graag tot meer tevredenheid wilde helpen. De operatie heeft naar de mening van de zorgaanbieder een zeer fraaie borstvorm opgeleverd. In de genezing is echter gebleken dat er aan de tepel aan de linkerzijde een klein huidoverschot is dat poliklinisch gecorrigeerd kan worden. Voorts is er aan de rechterzijde een geringe hoeveelheid vetweefsel aanwezig.
Om de cliënte tegemoet te komen, heeft de zorgaanbieders de cliënte in juli 2022 aangeboden kosteloos deze kleine extra correctie uit te voeren om een nog beter eindresultaat te verkrijgen. De cliënte heeft de zorgaanbieder echter te kennen gegeven geen vertrouwen meer in hem te hebben. De zorgaanbieder heeft de cliënte uitgenodigd voor een gesprek om haar zorgen weg te nemen en tot een oplossing te komen. De zorgaanbieder betreurt het dat de cliënte zijn aanbod niet heeft geaccepteerd.
Met betrekking tot het klachtentraject merkt de zorgaanbieder op dat het juist de cliënte was die slecht bereikbaar was voor de zorgaanbieder en niet reageerde op een verzoek om contact. De cliënte had steeds een ander post- en e-mailadres en telefoonnummer en gaf gedurende enige tijd aan geen contact meer te willen hebben. Toen de cliënte de zorgaanbieder vroeg om haar medisch dossier, is haar gevraagd een ondertekend toestemmingsformulier toe te sturen. Omdat dat formulier niet werd ontvangen, kon het medisch dossier niet worden doorgestuurd.
De zorgaanbieder heeft zich naar beste kunnen ingespannen voor de cliënte. Hoewel medisch gezien een optimaal resultaat voor de cliënte was bereikt, heeft de zorgaanbieder – om de cliënte tegemoet te komen – kosteloos een tweede ingreep verricht. De zorgaanbieder blijft bereid om kosteloos de kleine corrigerende ingreep ter verfraaiing van het eindresultaat voor de cliënte te verrichten. Een compleet hernieuwde borstverkleining zoals de secondopinionarts heeft voorgesteld, acht de zorgaanbieder niet raadzaam, omdat daarmee het risico op pijnlijke littekens wordt vergroot.
Beoordeling van het geschil
De commissie dient te beoordelen of de zorgaanbieder zorgvuldig heeft gehandeld bij de borstoperaties en ingrepen ter liposuctie die hij bij de cliënte heeft uitgevoerd.
Bij de beoordeling van deze klacht geldt het volgende beoordelingskader. De overeenkomst die is gesloten tussen de cliënte en de zorgaanbieder is aan te merken als een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de hulpverlener – in dit geval de plastisch chirurg – de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen. Daarbij moet hij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid die voortvloeit uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het BW), die mede bepaald wordt door onder meer de stand en inzichten van de medische wetenschap, richtlijnen en protocollen. Deze zorgplicht houdt in dat de hulpverlener die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De zorgplicht houdt in beginsel geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt. De commissie dient te onderzoeken of de chirurg bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst in de gegeven omstandigheden al dan niet de hiervoor omschreven zorgplicht heeft nageleefd.
De commissie overweegt het volgende.
De cliënte heeft in 2017 een borstverkleinende operatie door de zorgaanbieder laten uitvoeren. Vanwege haar ontevredenheid met het resultaat heeft de zorgaanbieder op 16 mei 2022, uit coulance, nogmaals een borstverkleinende operatie uitgevoerd in combinatie met een liposculptuur. Tussen partijen staat vast dat de zorgaanbieder de tweede ingreep kosteloos voor de cliënte heeft verricht. Naast de twee grote operatieve ingrepen door de plastisch chirurg zijn tussen 2017 en 2022 meerdere poliklinische ingrepen door de verpleegkundig assistent uitgevoerd om de klachten van de cliënte te verhelpen en te verlichten.
De cliënte verwijt de zorgaanbieder dat de ingrepen op ondeskundige en onzorgvuldige wijze zijn verricht, waardoor zij ontsierende littekens heeft overgehouden en een intensieve herstelbehandeling zal moeten ondergaan. Daarvan is de commissie niet gebleken. Op basis van het dossier en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder de ingrepen voor de cliënte lege artis heeft uitgevoerd. De zorgaanbieder heeft een aanzienlijke reductie van de borstgrootte en het vetweefsel voor de cliënte bereikt. Uit het door de cliënte overgelegde verslag van de secondopinionarts van 3 april 2023 blijkt dat de littekens ‘normaal zijn van aspect’ en derhalve niet abnormaal groot of ontsierend.
De zorgaanbieder heeft in juli 2022 aangeboden de in het verslag genoemde klachten ten aanzien van de tepelhof en de asymmetrie voor de cliënte in een kosteloze ingreep te optimaliseren. Ter zitting heeft de zorgaanbieder dat aanbod herhaald. Het is aan de cliënte om het aanbod van de zorgaanbieder al dan niet te aanvaarden. Van enige medische of esthetische noodzaak tot het laten verrichten van een intensieve hersteloperatie is de commissie niet gebleken. In tegendeel: met de zorgaanbieder is de commissie van oordeel dat daarmee het risico op complicaties en pijnlijke littekens wordt vergroot. Van enig verwijtbaar handelen in het klachtentraject is de commissie evenmin gebleken.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat niet is gebleken dat de zorgaanbieder zich onvoldoende voor de cliënte heeft ingespannen of bij die inspanning een fout heeft gemaakt. De commissie zal de klacht van de cliënte dan ook ongegrond verklaren en het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding afwijzen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de cliënte ongegrond;
– wijst af het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw drs. M. van Hal en de heer mr. S. Sierksma, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 6 april 2023.