Cliënte heeft het ziekenhuis geen toestemming gegeven om de betrokken specialist bij het onderzoek naar de klacht te betrekken. Daardoor heeft zij het ziekenhuis de gelegenheid ontnomen om inhoudelijk op de klacht te reageren. Daarom kan de commissie cliënte niet ontvangen in haar klacht

  • Home >>
  • Ziekenhuizen >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Ziekenhuizen    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 118114

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te Delft, en Haaglanden Medisch Centrum, gevestigd te Den Haag (verder te noemen: het ziekenhuis).

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wege van bindend advies door de Geschillencommissie Ziekenhuizen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Op 2 november 2018 heeft buiten aanwezigheid van partijen de behandeling plaatsgevonden door de commissie. Partijen zijn niet opgeroepen om ter zitting te verschijnen omdat eerst dient te worden beoordeeld of de klacht van cliënte ontvankelijk is.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft ongewenst seksueel gedrag van de behandelend specialist.

Standpunt van de cliënte

Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar het vragenformulier met bijlagen dat de commissie op 11 juni 2018 heeft ontvangen.

Kortheidshalve komt de klacht van cliënte op het volgende neer.
Cliënte is in verband met een nierprobleem onderzocht door de specialist in het ziekenhuis. Tijdens dit onderzoek heeft zij een inwendig gynaecologisch onderzoek ondergaan dat naar het oordeel van cliënte niet voor dit medisch probleem noodzakelijk was. Cliënte vraagt zich af of zij seksueel misbruikt is door de betreffende specialist. Zij ondervindt hier nog steeds 5 jaar na dato de gevolgen van. Cliënte verzoekt om een grondig onderzoek in te stellen naar het handelen van de betreffende specialist.

Standpunt van het ziekenhuis

Het ziekenhuis heeft bij brief van 21 september 2018 verweer gevoerd tegen de klacht van cliënte.

Het ziekenhuis verzoekt de commissie primair de cliënte niet-ontvankelijk te verklaren in haar klacht onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 5 lid 1 sub f juncto artikel 3, lid 2 sub b van het reglement van de commissie Ziekenhuizen (verder: reglement). Cliënte heeft uitdrukkelijk geweigerd de betrokken specialist  van haar klacht op de hoogte te stellen en heeft geweigerd met hem in gesprek te gaan. Aan cliënte is aangeboden de betrokken specialist  – geheel anoniem – een toelichting te vragen op de behandeling, maar ook daar wilde zij niet op in gaan. Ook heeft zij geweigerd de klachtenfunctionaris verder te woord te staan en (het doel van) haar klacht nader toe te lichten.

Cliënte heeft geen enkele medewerking verleend hetgeen, gezien de door haar ingediende klacht, wel van haar mocht worden verlangd. Dat haar klacht in onvoldoende mate is opgelost is uitsluitend aan haar toe te rekenen. Door haar houding heeft zij het ziekenhuis niet de gelegenheid gegeven om zich in deze procedure deugdelijk te verweren.

Beoordeling ten aanzien van de ontvankelijkheid

De commissie heeft tot taak geschillen tussen cliënte en het ziekenhuis te beslechten voor zover deze betrekking hebben op de totstandkoming of de uitvoering van een gesloten behandelings¬overeen¬komst tussen cliënte en het ziekenhuis. Ingevolge artikel 3 lid 2 van het reglement kan een geschil door een cliënt aan de commissie worden voorgelegd indien naar het oordeel van de cliënt (a) is gehandeld in strijd met de interne klachtregeling van het ziekenhuis; (b) de klacht door het ziekenhuis in onvoldoende mate is opgelost en (c) van de cliënt in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht over een hem betreffende gedraging van het ziekenhuis in het kader van de zorgverlening bij het ziekenhuis indient. Krachtens artikel 5 lid 1 sub f van het reglement verklaart de commissie de cliënt in zijn klacht ambtshalve niet ontvankelijk indien niet is voldaan aan artikel 3 lid 2 van het reglement.

De commissie dient primair te beoordelen of de cliënte in haar klacht kan worden ontvangen, nu het ziekenhuis in haar verweer uitdrukkelijk een beroep op niet-ontvankelijkheid heeft gedaan.

De commissie heeft op grond van de door partijen overgelegde stukken vastgesteld dat cliënte haar klacht op 20 februari 2018 aan het ziekenhuis heeft voorgelegd. Gezien de aard  van de klacht, lag het naar het oordeel van de commissie, voor de hand dat de cliënte het ziekenhuis toestemming had gegeven om  de betreffende specialist  – bij het onderzoek naar de klacht te betrekken. Vanwege het ontbreken van toestemming van cliënte en haar weigering om aan de klachtenfunctionaris haar klacht nader toe te lichten, heeft zij het ziekenhuis de gelegenheid ontnomen om inhoudelijk op de klacht te reageren. Er zijn geen omstandigheden aangevoerd die tot de conclusie zouden kunnen leiden dat dit in redelijkheid niet van haar kon worden verlangd.

Nu, door toedoen van cliënte, de klacht door het ziekenhuis niet, dan wel in onvoldoende mate kan worden onderzocht, kan niet aan het ziekenhuis worden tegengeworpen dat de klacht door het ziekenhuis in onvoldoende mate is opgelost. De commissie zal cliënte, onder verwijzing naar artikel 5 lid 1 sub f van het reglement, niet-ontvankelijk verklaren in haar klacht. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil.

Beslissing

De commissie verklaart cliënte niet-ontvankelijk in haar klacht.

Aldus beslist op 2 november 2018 door de Geschillencommissie Ziekenhuizen.