Commissie: Psychische en Pedagogische Zorg
Categorie: (On)zorgvuldigheid
Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
30788/44132
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over
De cliënt heeft zijn therapie bij de zorgaanbieder beëindigd en klaagt over een aantal punten. Hij vindt dat de zorgaanbieder zijn privacy heeft geschonden, doordat er een brief van een andere cliënt in zijn dossier zat. Ook wil de zorgaanbieder geen stukken aan zijn dossier toevoegen Verder is de EMDR-behandeling volgens de cliënt door een niet-gecertificeerde behandelaar uitgevoerd. Daarnaast is de cliënt het oneens met de hoogte van de laatste factuur. De zorgaanbieder geeft aan dat de brief van de andere cliënt is verwijderd uit het dossier van de cliënt, maar dat dit zij eigen privacy niet schaadt. Verder geeft de zorgaanbieder aan dat EMDR-behandeling is uitgevoerd door een gekwalificeerd psychotherapeut. Daarnaast wilde de cliënt zijn dossier laten vernietigen, maar na het uitleggen van de consequenties, is dit verzoek weer ingetrokken. De cliënt heeft zijn dossier opgehaald, waardoor er geen stukken meer kunnen worden toegevoegd. De laatste factuur is terecht, maar dit moet de cliënt zelf declareren bij de zorgverzekeraar. Dit doet de zorgaanbieder niet. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder gehandeld heeft zoals verwacht mag worden. Alle klachtenonderdelen zijn ongegrond.
Volledige uitspraak
In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]
en
Psychologenpraktijk Buro T3, gevestigd te Tilburg
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Psychische en Pedagogische Zorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juli 2021 te Den Haag.
De cliënt heeft ervan afgezien om ter zitting aanwezig te zijn. Namens de zorgaanbieder hebben [naam] en [naam] via een zoom-verbinding aan de zitting deelgenomen.
De Geschillencommissie Vrijgevestigde GGZ praktijken heeft op 29 oktober 2020 cliënt ontvankelijk verklaard in zijn klachten. Nadien is komen vast te staan dat deze commissie niet bevoegd was om over het niet-ontvankelijkheidsverweer een oordeel te geven. Ter zitting heeft de zorgaanbieder het niet-ontvankelijkheidsverweer ingetrokken en medegedeeld dat thans een bindend advies van de commissie verzocht wordt.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de kwaliteit van de dienstverlening.
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënt heeft in verband met een vertrouwensbreuk vanwege uitlatingen van zijn behandelend psychiater na vier jaar zijn therapie bij de zorgaanbieder beëindigd.
Cliënt heeft aan de commissie de volgende klachten voorgelegd:
1. De zorgaanbieder heeft zijn privacy geschonden. Cliënt heeft een datalek in zijn medisch dossier opgemerkt waarvan hij melding heeft gemaakt bij het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP). In zijn medisch dossier was informatie opgenomen over een andere patiënt. Daarnaast stond in zijn dossier informatie die zijn echtgenote vertrouwelijk met de psychiater had gedeeld;
2. Cliënt heeft een EMDR-behandeling ondergaan die achteraf gebleken is uitgevoerd door een niet-gecertificeerde behandelaar;
3. De zorgaanbieder heeft met hem gecommuniceerd over vertrouwelijke medische gegevens via een onbeveiligd e-mailadres;
4. De zorgaanbieder heeft geweigerd de laatste verklaringen aan zijn medisch dossier toe te voegen;
5. Cliënt is het niet eens met de hoogte van de laatste factuur: Aan hem zijn de uren in rekening gebracht die zijn besteed aan de gesprekken tussen de zorgaanbieder en zijn echtgenote alsmede de uren die zijn besteed aan de klachtprocedure. Voorts wenst hij niet voor de EMDR-behandeling te betalen nu die niet door een gediplomeerde is uitgevoerd.
De cliënt wenst een nieuwe nota te ontvangen, waarbij de kosten die voor de gesprekken met zijn echtgenote en de EMDR-behandeling in mindering zijn gebracht zodat hij een EMDR-behandeling bij een andere zorgaanbieder kan ondergaan.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënt is een aantal jaren onder behandeling geweest van de zorgaanbieder. Op een gegeven moment is de behandeling gestopt omdat de gestelde doelen niet werden gehaald. Inmiddels is er sprake van een ernstige vertrouwensbreuk.
Klacht 1: Het is juist dat er abusievelijk een brief over een andere cliënt in het medisch dossier van cliënt terecht is gekomen. De zorgaanbieder heeft het op prijs gesteld dat de cliënt haar hierover heeft geïnformeerd en er is direct voor gezorgd dat deze informatie is verwijderd en de zorgaanbieder heeft hiervan een melding gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens. De zorgaanbieder betwist dat de privacy van cliënt hierdoor zelf is geschaad.
Ook is het juist dat er in het dossier gespreksverslagen zijn opgenomen van gesprekken die met de echtgenote van cliënt zijn gevoerd. Voorafgaande aan deze gesprekken is aan de echtgenote meegedeeld dat de gesprekken genoteerd zouden worden in het dossier en zij heeft desgevraagd medegedeeld hiertegen geen bezwaar te hebben.
Cliënt heeft inmiddels zijn klacht bij het NIP ingetrokken.
Klacht 2: De zorgaanbieder betwist de stelling van de cliënt dat de EMDR-therapie zou zijn uitgevoerd door een niet-bevoegde behandelaar. Zij is wel degelijk als psychotherapeut bevoegd om de EMDR-behandeling uit te voeren.
Klacht 3: De zorgaanbieder heeft altijd met cliënt gecommuniceerd via e-mails met een beveiligde verbinding, zoals door de beroepsvereniging wordt voorgeschreven.
Klacht 4: Cliënt heeft verzocht om vernietiging van zijn medisch dossier. Alvorens hiertoe over te gaan heeft de zorgaanbieder cliënt gewezen op de consequenties van een vernietiging, zoals het niet meer kunnen opstarten van een klachtenprocedure. Cliënt heeft daarop het dossier opgehaald en is daarna begonnen de zorgaanbieder te belagen met brieven met steeds dezelfde reeds beantwoorde vragen en e-mails waarin de eis stond om het medisch dossier te veranderen.
De zorgaanbieder heeft nadat zij op verzoek van cliënt het dossier gesloten had geen nieuwe stukken toegevoegd. De nieuwe stukken betreffen correspondentie van cliënt zelf die hij omdat het zijn eigen brieven zijn al ter beschikking heeft en die hij zelf aan zijn dossier kan toevoegen.
Klacht 5: In verband met de afschaffing van de acte van cessie door de zorgverzekeraar kon de zorgaanbieder de laatste factuur niet rechtstreeks bij de verzekeraar indienen en is de nota naar cliënt gegaan. Het betreft een nota voor verzekerde zorg die de cliënt bij de verzekeraar kon indienen en die volledig zou worden vergoed. De zorgaanbieder heeft conform de richtlijnen gedeclareerd. De uren die de zorgaanbieder aan de klachtenprocedure heeft besteed zijn niet aan cliënt in rekening gebracht.
De zorgaanbieder vindt het zeer spijtig dat cliënt niet tevreden is met zijn behandeling. De zorgaanbieder benadrukt dat zij te allen tijde heeft getracht cliënt de juiste behandeling te geven. Helaas heeft dit, ondanks een zeer intensieve begeleiding, niet tot een door cliënt gewenste uitkomst geleid.
Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding het door partijen over en weer gestelde overweegt de commissie het volgende.
Vooropgesteld wordt dat voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder vereist is dat voldoende aannemelijk wordt dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in het nakomen van de zorgovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënte moet door deze tekortkoming schade zijn toegebracht.
Cliënt heeft aan de commissie een vijftal klachten voorgelegd:
Klacht 1: schending privacy.
De commissie overweegt dat de zorgaanbieder de juiste stappen heeft ondernomen met betrekking tot het opschonen van het dossier nadat een brief over een andere cliënt in het dossier van cliënt was aangetroffen. Dat in dit verband sprake is van enig nadeel voor cliënt is niet gebleken.
Als onderdeel van de behandeling van cliënt zijn gesprekken met zijn echtgenote gevoerd. Met voorafgaande toestemming van de echtgenote zijn de notities van deze gesprekken in het dossier opgenomen. De commissie acht deze gang van zaken passen binnen hetgeen verwacht mag worden van een zorgaanbieder.
De commissie heeft niet vastgesteld dat de privacy van cliënt op enigerlei wijze hierdoor zou zijn geschonden. Zij oordeelt deze klacht ongegrond.
Klacht 2: Uit de stukken en ter zitting is voor de commissie vast komen te staan dat de EMDR-behandeling is uitgevoerd door een gekwalificeerd en bekwaam psychotherapeut. De commissie verklaart deze klacht ongegrond.
Klacht 3: de commissie heeft vastgesteld dat de zorgaanbieder bij het verzenden van e-mails aan cliënt gehandeld heeft volgens de vigerende richtlijnen van de KNMG. De zorgaanbieder is prudent met de gegevens van cliënt omgegaan en er bestonden geen belemmeringen voor het verzenden van deze gegevens per e-mail, gegeven ook de omstandigheid dat het versturen van deze e-mails heeft plaatsgevonden in een tijdperiode waarin de laatste richtlijnen van de KNMG nog niet van kracht waren. Deze klacht wordt ongegrond verklaard.
Klacht 4: Vast is komen te staan dat de cliënt zelf heeft verzocht om vernietiging van zijn dossier en vervolgens het dossier heeft opgehaald. Door deze handeling heeft de zorgaanbieder terecht het dossier kunnen afsluiten en bestond er geen verplichting meer om achteraf stukken aan het dossier toe te voegen. Daarbij merkt de commissie op dat de stukken waarop cliënt doelt zijn eigen correspondentie betrof, die hij reeds in het bezit heeft. De commissie begrijpt dan ook niet wat het belang is voor cliënt om hierover zich te beklagen. De commissie verklaart ook deze klacht ongegrond.
Klacht 5: De nota waarover cliënt klaagt is volgens de DBC-normen vastgesteld. De zorgaanbieder mocht de gesprekken met de echtgenote als onderdeel van de behandeling van de cliënt in rekening brengen. De nota betreft verzekerde zorg die de cliënt bij de zorgverzekeraar kan indienen. De commissie verklaart deze klacht ongegrond.
Alles overziende is de commissie van oordeel dat de zorgaanbieder zich meer dan gemiddeld heeft ingezet bij de behandeling van cliënt. De zorgaanbieder heeft dan ook gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwaam en redelijk handelende hulpverlener in dezelfde situatie. De klachten zijn niet gegrond en de vordering wordt afgewezen.
De zorgaanbieder heeft de commissie verzocht of het mogelijk is om de kosten van deze procedure vergoed te krijgen van cliënt. Het reglement van de commissie staat een kosten veroordeling echter niet toe. De commissie wijst dit verzoek af.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart alle klachten van de cliënt ongegrond en wijst zijn vordering af;
De commissie wijst de vordering van de zorgaanbieder tot kostenveroordeling af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Psychische en Pedagogische Zorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw J.B.A. Bos, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 23 juli 2021.