Cliënt stelt zorgaanbieder aansprakelijk voor gestolen laptop

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 56135/60243

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt klaagt over zijn laptop die uit de kamer is verdwenen. De vader van de cliënt heeft de laptop voor hem meegenomen naar de instelling, zodat de cliënt weer naar muziek kon luisteren. De laptop is na enkele dagen uit de kast van de kamer van de cliënt verdwenen. De zorgaanbieder geeft aan niet verantwoordelijk te zijn voor de vermissing. Aan de cliënt is geadviseerd om waardevolle privébezittingen zoveel mogelijk thuis te laten. Daarnaast kan niet worden aangetoond dat sprake was van diefstal, waardoor een beroep op de verzekering van de zorgaanbieder niet mogelijk is. De commissie geeft aan dat er geen braaksporen zijn aangetroffen en nader onderzoek door de zorgaanbieder geen helderheid heeft gegeven. Er kan niet feitelijk worden vastgesteld wat is voorgevallen. De zorgaanbieder kan daarom geen verwijt worden gemaakt. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]

en

stichting Pro Persona Holding, gevestigd te Renkum
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 april 2021 te Arnhem.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De cliënt werd in de procedure en ter zitting vertegenwoordigd door zijn vader, [naam] (verder te noemen: de vader) die het standpunt van de cliënt nader heeft toegelicht. De zorgaanbieder is niet ter zitting verschenen.

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de vergoeding voor een laptop die gedurende het verblijf van de cliënt bij de zorgaanbieder uit zijn kamer is ontvreemd.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De cliënt verbleef na opname op grond van een crisismaatregel op de gesloten afdeling van een instelling van de zorgaanbieder. De vader heeft na enige tijd de laptop van de cliënt meegenomen naar de instelling zodat de cliënt weer naar zijn muziek kon luisteren. De laptop is na enkele dagen uit de kast van de kamer van de cliënt verdwenen. De vader heeft de diefstal gemeld waarna alle kamers werden doorzocht echter zonder resultaat. Tot zijn verbazing werd aan de vader te kennen gegeven dat de instelling niet verzekerd is voor dit soort gevallen. De vader kan de schade evenmin verhalen op zijn eigen inboedelverzekering omdat de diefstal buitenshuis is gepleegd. De vader verlangt een uitspraak van de commissie en toekenning van een bedrag aan schadevergoeding van € 1300,– waarmee de cliënt in staat wordt gesteld een nieuwe laptop aan te schaffen.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Vooraf merkt de zorgaanbieder op dat een oordeel over een verzoek tot schadevergoeding voor een vermeend gestolen voorwerp niet tot de bevoegdheid van de commissie behoort. Dit betreft volgens de zorgaanbieder geen klacht over een gedraging in het kader van de zorgverlening zoals opgenomen in artikel 14 van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Mocht de commissie zich wel bevoegd achten dan stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat haar geen verwijt treft. Bij de opname in de instelling is aan de cliënt het advies gegeven om persoonlijke eigendommen thuis te laten en de kamerdeur op slot te doen. Op de kamer van de cliënt lag bij de opname een informatiebrochure waarin is opgenomen: “wij adviseren u om waardevolle privébezittingen zoveel mogelijk thuis te laten of in bewaring te geven bij familie en naasten”.
Nadat de vader de vermissing had gemeld is meteen een onderzoek naar de vermiste laptop ingesteld en werd navraag gedaan bij de verpleegkundigen. Niemand heeft iets gezien of gehoord en er zijn geen sporen van braak aangetroffen. De zorgaanbieder heeft niet kunnen vaststellen wat er feitelijk is voorgevallen. De cliënt of de zorgaanbieder kunnen dan ook niet aantonen dat sprake was van diefstal waardoor een beroep op de verzekering van de zorgaanbieder niet mogelijk is.
Hoewel de zorgaanbieder het voorval betreurt is zij niet tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst ten opzichte van de cliënt en verzoekt zij de vordering van de cliënt af te wijzen.

Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.

De commissie dient vooraf te beslissen op de door de zorgaanbieder opgeworpen bevoegdheidsvraag.
De zorgaanbieder stelt dat een klacht over een vermeend gestolen voorwerp niet een klacht over een gedraging in het kader van de zorgverlening betreft zoals opgenomen in artikel 14 Wkkgz. Naar het oordeel van de commissie kan ook een klacht over het verdwijnen van eigendommen in een residentiële instelling worden opgevat als een klacht over een gedraging in de zorgverlening. Cliënt verbleef immers in het kader van zijn behandeling in een klinische setting. De wijze waarop daar wordt omgegaan met problemen rond persoonlijke eigendommen van cliënten, zoals diefstal, schade of zoekraken, is in dat kader op te vatten als een gedraging in de zorgverlening.
De commissie acht zich bevoegd om de klacht van de cliënt te behandelen.

De commissie dient voorts te beoordelen of er sprake is van enig verwijtbaar handelen of nalaten van de zorgaanbieder.

Tijdens het verblijf van de cliënt in een instelling van de zorgaanbieder is zijn laptop verdwenen.
De commissie overweegt dat onweersproken is dat de cliënt zijn kamer in de instelling vaak niet afsloot en de kamer in de dagen tussen 11 en 14 september 2020 (binnen welke periode de laptop is zoekgeraakt) evenmin had afgesloten. Er zijn geen braaksporen aangetroffen en nader onderzoek door de zorgaanbieder heeft geen helderheid gegeven, zodat niet is vast te stellen wat er feitelijk is voorgevallen.
De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder geen verwijt kan worden gemaakt van de vermissing; dat eigendommen van cliënten zoekraken, ook al betreft het een verblijf op een gesloten afdeling, kan de zorgaanbieder niet worden aangerekend. Van de zorgaanbieder kan niet worden verlangd dat permanent wordt toegezien op persoonlijke eigendommen van cliënten.
Er is dan ook geen sprake van enig nalatig of onzorgvuldig handelen van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder is niet tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst met de cliënt.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding wordt dan ook afgewezen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht ongegrond;
– wijst af het verzoek tot het toekennen van schadevergoeding.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit mevrouw mr. dr. E. Venekatte, voorzitter, mevrouw mr. M.M. Kok en de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, plaatsvervangend secretaris, op 8 april 2021.