Commissie: Zelfstandige Klinieken
Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: niet-ontvankelijkverklaring
Uitkomst: niet-ontvankelijk
Referentiecode:
171435/175988
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De cliënt klaagt over de DBC op een ontvangen declaratie. De zorgaanbieder is van mening op juiste wijze gedeclareerd te hebben.
Naar het oordeel van de commissie is de cliënt niet-ontvankelijk, omdat het een geschil betreft over een factuur en er verder geen inhoudelijke klacht aan ten grondslag ligt.
De uitspraak
in het geschil tussen
[Naam], wonende te [woonplaats](hierna te noemen: de cliënt)
en
Bergman Clinics Nederland B.V., gevestigd te Naarden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 22 december 2022 te Utrecht.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, daar partijen niet hebben aangegeven dat zij een mondelinge behandeling ter zitting wensten.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de ingangsdatum van een diagnose-behandelcombinatie (hierna te noemen DBC).
Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Cliënt is in 2020 geopereerd aan zijn linkerschouder en in 2022 geopereerd aan zijn rechterschouder. Voor de operatie in 2022 is het vervolg-DBC gebruikt van de linkerschouder en daardoor moet cliënt twee keer het eigen risico betalen.
Cliënt heeft in januari 2022 van zijn huisarts een verwijzing gekregen naar de zorgaanbieder, waarna hij in januari 2022 een intake heeft gehad in de kliniek.
Hij heeft een declaratie gekregen met een geopend DBC in 2021. Op dat moment en in dat jaar bevond hij zich niet in Nederland, laat staan dat hij daarover contact heeft gehad met de kliniek. Cliënt verzoekt de datum van de ingang van de DBC te herstellen en de DBC te openen op het moment dat cliënt voor de eerste keer contact heeft gehad met de zorgaanbieder, namelijk in januari 2022.
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder heeft op juiste wijze gedeclareerd bij de zorgverzekeraar.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ingevolge artikel 14, lid 1, van de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (verder WKkgz), jo. artikel 3 van het reglement van de commissie kan schriftelijk een klacht worden ingediend door de cliënt over een gedraging jegens hem in het kader van de zorgverlening.
Ingevolge artikel 5, sub a, van het reglement van de commissie, verklaart de commissie de cliënt in zijn klacht ambtshalve niet-ontvankelijk indien het een geschil betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt.
De commissie zal de cliënt ambtshalve niet-ontvankelijk verklaren, nu de klacht van cliënt uitsluitend ziet op de ingangsdatum van de DBC en er geen inhoudelijke klacht over de zorgverlening van de zorgaanbieder aan cliënt ten grondslag ligt.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart cliënt niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer dr. J.F.A. van der Werff, de heer J. Zomerplaag, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 22 december 2022.