Cliënt klaagt over schending zorgplicht zorgaanbieder betreft communicatie, verblijf, dossiervorming en behandeling

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg    Categorie: (On)zorgvuldigheid    Jaartal: 2021
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 19478/28161

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De cliënt klaagt over de slechte communicatie tussen de zorgaanbieder en de vertegenwoordiger van de cliënt, het lange verblijf bij de zorgaanbieder en de foute en onzorgvuldige behandeling door de zorgaanbieder. Zo zou de zorgaanbieder een foute diagnose en de daaraan gekoppelde behandeling hebben gesteld. De zorgaanbieder geeft aan dat de klachten ongegrond moeten worden verklaard. De diagnose is zorgvuldig op basis van verschillende onderzoeken gesteld. Daarnaast wilde de vertegenwoordiger van de cliënt te veel contact en daarom is besloten dat maar twee medewerkers met hem communiceren. De commissie oordeelt dat de zorgaanbieder zijn zorgplicht ten aanzien van de communicatie naar behoren heeft verricht. Ook wat betreft de behandeling ziet de commissie geen schending van de zorgplicht. De diagnose is volgens de geldende normen gesteld en er is zorgvuldig door de zorgaanbieder gehandeld. De klacht is ongegrond.

Volledige uitspraak

In het geschil tussen
[Cliënt], wonende te [woonplaats]

en

Stichting Arkin, gevestigd te Amsterdam (hierna te noemen: de zorgaanbieder).

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 maart 2021 te Amsterdam.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.

De cliënt werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam]. [Naam vertegenwoordiger] is ter zitting bijgestaan door [naam].

Ter zitting werd de zorgaanbieder vertegenwoordigd door [naam] en [naam].

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft een groot aantal klachten namens cliënt tegen de zorgaanbieder in het kader van de zorg die cliënt heeft ontvangen. De klachtonderdelen zijn onder te brengen in vier categorieën:
– communicatie;
– verblijf;
– onjuiste dossiervorming;
– behandeling.

Er wordt een vergoeding voor geleden schade gevorderd namens cliënt.

Standpunt van de cliënt
Voor het standpunt van de cliënt verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Namens cliënt wordt een groot aantal klachten voorgelegd ten aanzien van de zorgaanbieder waar cliënt in de periode van 21 december 2016 tot 28 februari 2018 op verschillende locaties onder behandeling is geweest, o.a. in het kader van een rechterlijke machtiging.

De klachten zullen hieronder uitgesplitst worden.

Communicatie
Een aantal klachten betreft de communicatie tussen de zorgaanbieder en [vertegenwoordiger cliënt]. [Vertegenwoordiger cliënt] is onvoldoende betrokken bij de behandeling van cliënt door de zorgaanbieder, cliënt heeft hierdoor schade geleden. Een andere klacht betreft de bejegening door de zorgaanbieder jegens [vertegenwoordiger cliënt] en de informatieverstrekking aan [vertegenwoordiger cliënt].

Verblijf
Een andere klacht richt zich op het onnodig lange verblijf van cliënt in de kliniek van de zorgaanbieder. Cliënt zou maximaal drie maanden opgenomen blijven in deze kliniek en heeft hier uiteindelijk 14 maanden verbleven.

Onjuiste dossiervorming
Een volgende klacht betreft het dossier dat rommelig zou zijn, schrijffouten zou bevatten, naast suggestieve mededelingen en onjuistheden. Een onjuistheid betreft bijvoorbeeld de omschrijving van de reactie van cliënt op de vraag of zij ooit geslagen is door haar moeder, welke vraag zij positief beantwoordde. [Vertegenwoordiger cliënt] ontkent dit en voelt zich weggezet als boosdoener.

Behandeling
De laatste categorie klachten betreft een foutief gestelde diagnose en de daaraan gekoppelde behandeling. Door de zorgaanbieder zouden op verkeerde wijze en onder verkeerde omstandigheden testen zijn afgenomen, waardoor verkeerde diagnoses zijn gesteld en juiste diagnoses niet zijn gesteld. Daarnaast zouden er geen behandelplannen zijn gemaakt. Het voorgaande heeft geleid tot een verkeerde behandeling, waardoor cliënt schade heeft opgelopen, onder meer door de farmacotherapie die heeft geleid tot ernstige gewichtstoename.

Namens cliënt wordt een schadevergoeding gevorderd van 25.000 (zegge: vijfentwintigduizend) euro.

Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Formeel standpunt
De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat een aantal klachtonderdelen van cliënt niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, omdat hierover volgens de Wkkgz en het Reglement van de geschillencommissie niet geklaagd kan worden bij de commissie, dan wel omdat de klachten niet eerder zijn ingediend bij de klachtencommissie van de zorgaanbieder.

Materieel standpunt
Subsidiair stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat de klachten ongegrond dienen te worden verklaard.

Communicatie
Ten aanzien van de communicatie stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat er tijdens een behandeling ruimte moet zijn voor professionele autonomie, maar ook ruimte moet zijn voor contact met de naasten. De zorgaanbieder ziet dat als een meerwaarde. In casu wenste [vertegenwoordiger cliënt] echter dusdanig veel contact te hebben met de behandelaars, dat het behandelteam in het najaar van 2017 aangaf de behandeling niet naar behoren te kunnen uitvoeren. Er is toen door de zorgaanbieder besloten om twee collega’s in te schakelen die voortaan het contact tussen het behandelteam en [vertegenwoordiger cliënt] onderhielden. Het behandelteam kon op die manier verder met de behandeling van cliënt op de manier waarop het behandelteam dat het aangewezen achtte.

Verblijf
Ten aanzien van het verblijf stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat er gehandeld is conform de op de zorgaanbieder rustende zorgplicht. Door wachtlijsten en plaatsingsproblemen was er na stabilisatie van cliënt niet direct een vervangende woonplek beschikbaar. De zorgaanbieder heeft cliënt toen verder behandeld in de kliniek totdat er een vervolgplek beschikbaar was.

Onjuiste dossiervorming
Ten aanzien van de klachtonderdelen met betrekking tot de dossiervorming is de zorgaanbieder van oordeel dat zij niet onzorgvuldig heeft gehandeld. Vragen met betrekking tot huiselijk geweld en mishandeling horen bij het psychiatrisch onderzoek van een patiënt en de antwoorden worden in een verslag vastgelegd in het patiëntendossier.

Behandeling
Ten aanzien van de diagnose stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat zij zorgvuldig, op basis van psychiatrische en psychologische onderzoeken tot de DSM diagnoses van cliënt is gekomen.

Dat er geen overeenstemming is bereikt tussen [vertegenwoordiger cliënt] en de zorgaanbieder over de DSM-diagnoses en de behandeling van cliënt, betreurt de zorgaanbieder. Wel heeft de zorgaanbieder [vertegenwoordiger cliënt] betrokken bij de behandeling van cliënt en haar standpunten ten aanzien van de behandeling en het verblijf zijn gehoord en afgewogen in de besluitvorming. Er is gescreend op PTSS, maar daar zijn toentertijd geen aanwijzingen voor gevonden.

Ten aanzien van de behandeling stelt de zorgaanbieder zich op het standpunt dat zij de zorg heeft verleend die passend was bij de zorgvragen die cliënt had. De zorgaanbieder heeft daarin te allen tijde gedaan wat in redelijkheid van haar verwacht mag worden en geanticipeerd op de veranderende concrete situatie van cliënt. Anders dan [vertegenwoordiger cliënt] stelt, zijn er diverse behandelplannen gemaakt en geëvalueerd. Er is ook meebewogen met [vertegenwoordiger cliënt], door onder andere te screenen op PTSS.

De gewichtstoename van cliënt door het medicatiegebruik was, hoewel vervelend, geen onverwachte gebeurtenis. De voordelen van de voorgeschreven medicatie op de klachtreductie wogen een tijd lang zwaarder dan de nadelige gevolgen van de gewichtstoename. Van andere medicatie waardoor zij wellicht een mindere gewichtstoename zou hebben gehad, had zij minder baat.

Beoordeling van het geschil
Ontvankelijkheid van de klacht
De zorgaanbieder heeft aangevoerd dat cliënt in alle klachtonderdelen niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De beslissing op de ontvankelijkheid wordt door de commissie in het geheel geplaatst van de klachten waarover de commissie een oordeel dient te vormen. Bij eindbeslissing zal ook op dit onderdeel een oordeel worden gegeven.

Toetsingskader
Voor de beoordeling van de klachten dient de commissie te oordelen of de zorgaanbieder tekort is geschoten in het nakomen van de zorgovereenkomst met cliënt.

De overeenkomst die cliënt en zorgaanbieder met elkaar hebben gesloten, is aan te merken als een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van de zorgovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 BW), die mede bepaald wordt door onder meer de stand en inzichten van de wetenschap, richtlijnen en protocollen.

Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot/hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht. Doet de hulpverlener dit niet en schiet hij toerekenbaar tekort in de nakoming van de verplichting, die voor hem uit die overeenkomst voortvloeit, dan moet hij en/of de instelling de schade die een cliënt daardoor lijdt, vergoeden (artikel 6:74 van het BW).

De toetsing
De commissie dient te onderzoeken of de zorgaanbieder bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst in de gegeven omstandigheden al dan niet de hiervoor omschreven zorgplicht heeft nageleefd.

De commissie overweegt met betrekking tot alle klachtonderdelen als volgt. Noch uit het dossier noch uit de behandeling ter zitting ziet de commissie reden om de klachten gegrond te verklaren. Hieronder zal dit per onderdeel nader worden toegelicht.

Communicatie
In casu is door de zorgaanbieder geconstateerd dat er een disbalans is ontstaan tussen de professionele autonomie van het behandelteam en de wensen van [vertegenwoordiger cliënt]. Een zorgaanbieder dient in het belang van de patiënt te handelen. De manier waarop de zorgaanbieder de problemen die de wijze van communiceren door [vertegenwoordiger cliënt] voor het behandelteam veroorzaakte heeft opgelost, is conform de zorgplicht die de zorginstelling heeft ten aanzien van haar cliënt.

Verblijf
Dat er sprake was van een onwenselijke situatie door het lange verblijf van cliënt in de kliniek, staat niet ter discussie. Deze onwenselijke situatie was echter het gevolg van wachtlijsten en plaatsingsproblemen. De commissie heeft niet uit het dossier of het verhandelde tijdens de zitting kunnen vaststellen dat cliënt eerder vanwege de zorgaanbieder overgeplaatst had kunnen worden.

Dossiervorming
De commissie ziet geen aanwijzingen waaruit blijkt dat de dossiervorming onzorgvuldig is geweest.

Behandeling
Ook ten aanzien van de behandeling ziet de commissie geen schending van de zorgplicht. De zorgaanbieder heeft zorgvuldig gehandeld en heeft conform de geldende normen een diagnose gesteld, een behandelplan opgesteld en cliënt ook conform behandeld. Dat [vertegenwoordiger cliënt] een andere mening hierover heeft maakt het vorengaande niet anders.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht op alle onderdelen ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie:

– verklaart de klacht van de cliënt op alle onderdelen ontvankelijk;
– verklaart de klacht van de cliënt op alle onderdelen ongegrond;
– Nu de commissie de klacht in al haar onderdelen ongegrond heeft verklaard komt zij niet tot bespreking van de vordering tot vergoeding van schade en wijst deze af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, mevrouw dr. S.M. van Es, de heer mr. P.C. de Klerk, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R. van den Wildenberg, secretaris, op 12 maart 2021.