Beperkte afwijkingen in gewone brillenglazen, maar zonnebrilglazen niet goed gemonteerd

  • Home >>
  • Optiek >>
De Geschillencommissie Zorg




Commissie: Optiek    Categorie: Product voldoet niet aan verwachtingen(non-conformiteit)    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 168977/181431

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument klaagt over de glazen in haar gewone bril en haar zonnebril. Naar aanleiding van een tussenadvies heeft een deskundige onderzoek gedaan naar de brillenglazen. Uit het deskundigenonderzoek is gebleken dat de glazen in de normale bril inderdaad afwijkingen kennen, maar dat deze afwijkingen beperkt zijn. De glazen in de zonnebril zijn niet goed gemonteerd en in zoverre is de klacht dus gegrond. De ondernemer moet nieuwe, goede zonnebrilglazen leveren en deze op juiste wijze monteren.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Optiek (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 28 september 2022 de eindbeslissing aangehouden.

De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.

In het tussenadvies heeft de commissie aangegeven dat een deskundige zal worden ingeschakeld, die de ogen van de consument en de voorgeschreven glazen dient te beoordelen.

De commissie heeft naar aanleiding daarvan een onderzoek laten doen door [naam], die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht. De commissie heeft vervolgens ook nog een uitvoeriger onderzoek laten doen door [naam], optometrist, die ook schriftelijk gerapporteerd heeft.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen. De consument heeft ter zitting haar standpunt toegelicht. De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting zijn standpunt toe te lichten.

Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige [naam] heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Bevindingen betreffende de MF bril met Hoya Balansis 11

1.Bij het rechterglas is de sterkte niet optimaal (sterkte Sf. en Cyl en As: 170 naar 138). Het verschil in as is niet extreem omdat het een lage cylinder betreft. Maar bij de juiste sterkte gaat de visus wel vooruit, van VOD: 0.95 naar VOD: 1.15.

2.De gewone bril heeft een ‘cd’ die enigszins verschilt van de gemeten ‘pd’ door deskundige. Rechts is 0.8 mm te groot. Links is 1,3 mm te klein. Dit verklaart waarom de bril een beetje naar links moet worden verschoven voor optimaal leesgemak. Om dit te optimaliseren zouden er wel nieuwe glazen moeten worden besteld. De huidige inslijphoogte is correct. Het montuur zit iets scheef, waardoor L glas iets te laag zit. Dit valt eenvoudig recht te zetten.

Bevindingen betreffende zonnebril Hoya Balansis 11 Sun HV aqua Granite 85

1.Bij het rechterglas is de sterkte niet optimaal (sterkte Sf. en Cyl en As: 170 naar 138). Het verschil in as is niet extreem omdat het een lage cylinder betreft. Maar bij de juiste sterkte gaat de visus wel vooruit, van VOD: 0.95 naar VOD: 1.15.

2.De zonnebril heeft een kleine cd: Deze mag links 1,3 mm groter. De zonneglazen zijn erg laag gemonteerd. Dit moet wel 3.0 mm hoger. Dit verklaart ook de leesproblemen met de zonnebril en ook de moeizame wisseling van beide brillen.

De door de commissie ingeschakelde deskundige [naam] heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

De deskundige heeft vastgesteld dat sprake is van insufficiënte traanfilm ODS en van convergentie insufficiëntie. Verder zijn er geen duidelijke oogheelkundige afwijkingen.

Er zijn geringe verschillen tussen de subjectieve refractie en de sterkte van de brillenglazen. deze verschillen vallen wel binnen de normale tolerantie. De centratie van de multifocale bril valt binnen de toleranties.

Bij de zonnebril zijn de glazen +/- 4 mm te laag gemonteerd.

De wisselende scherpte en de vermoeidheid na een poosje lezen kunnen ook worden veroorzaakt door de instabiele traanfilm en de convergentie insufficiëntie.

Nader standpunt van de consument
Voor het nader standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Beide deskundigen melden dat de klachten gering zijn. De consument is het daar niet mee eens. Met de gewone (multifocale) bril als de (multifocale) zonnebril kan zij slecht lezen, na een half uur wordt zij er moe van.

De optometrist heeft wel geconstateerd dat in de zonnebril geen cylinder zit. Volgens de ondernemer zouden de beide brillen echter identiek zijn. Ook het zien (op afstand) is niet helemaal scherp.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument heeft nog eens haar gewone bril laten beoordelen. De glazen van de bril zouden echt niet correct zitten. De consument ervaart een heel ander zicht als zij wisselt tussen de gewone bril en de zonnebril. Het zouden dezelfde glazen zijn, maar dat klopt dus niet.

De ondernemer heeft aangegeven dat hij de consument niet verder zou kunnen helpen. Daarmee geeft de ondernemer dus aan dat hij geen beter zicht kan bewerkstelligen.

De consument blijft bij de gevraagde ontbinding van de overeenkomsten.

Nader standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn nader standpunt aan de commissie kenbaar te maken.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Vooropgesteld wordt dat de deskundige [naam] heeft vastgesteld dat sprake is van een instabiele traanfilm en van convergentie insufficiëntie. Een instabiele traanfilm kan een wisselende sterkte veroorzaken, convergentie insufficiëntie kan in vermoeidheid resulteren. Beide afwijkingen zouden daarmee de oorzaak kunnen zijn van de klachten van de consument.

De deskundige [naam] en de deskundige [naam] hebben beide vastgesteld dat de afwijkingen van de glazen in de gewone bril beperkt zijn. De deskundige [naam] heeft nog uitdrukkelijk aangegeven dat de afwijkingen van de bril binnen de daarvoor geldende tolerantie valt.

Op grond daarvan is de commissie van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de door de ondernemer geleverde bril niet voldoet aan de eisen, die de consument eraan mag stellen. De commissie is daarom van oordeel dat de klacht ten aanzien van de gewone bril ongegrond is.

Voor wat betreft de glazen in de zonnebril hebben beide deskundigen vastgesteld dat deze niet juist gemonteerd zijn. Daarmee is aannemelijk geworden dat deze glazen niet voldoen aan de eisen, die de consument eraan mag stellen. De commissie is daarom van oordeel dat de klacht ten aanzien van de glazen in de zonnebril gegrond is.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht in zijn geheel ten dele gegrond is.

De ondernemer dient nieuwe glazen voor de zonnebril te leveren, in de juiste sterkte, met de juiste cylinder en op de juiste hoogte gemonteerd.

De ondernemer dient aan de consument de helft van het klachtengeld te vergoeden. De door de ondernemer aan de commissie te betalen bijdrage in de kosten van behandeling zullen worden gematigd met 50%.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer levert en monteert nieuwe glazen voor de zonnebril van de consument, in de juiste stekte, met de juiste cylinder en op de juiste hoogte gemonteerd.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een deel van het klachtengeld aan de consument te vergoeden, namelijk een bedrag van € 38,75.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden gematigd met 50%.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Optiek, bestaande uit mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, R.F. Sikking en mr. P. Rijpstra, leden, op 9 maart 2023.