Commissie: Geestelijke Gezondheidszorg
Categorie: (On) zorgvuldigheid
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
183023/194899
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft de wijze waarop de zorgaanbieder de zorgovereenkomst met de cliënte heeft uitgevoerd, meer specifiek ten aanzien van de coronamaatregelen. De cliënte weigert de rekening voor de behandeling te betalen. Volgens de zorgaanbieder is geprobeerd om na de behandeling met de cliënte in contact te komen, maar is dit niet gelukt. De zorgaanbieder vindt het onterecht dat de factuur niet is betaald.
Naar het oordeel van de commissie is niet gebleken dat de behandeling heeft plaatsgevonden in een omgeving die voldeed aan de eisen die je (gezien de toentertijd recente uitbraak van de coronapandemie) mag stellen, zeker met het oog op de kwetsbare gezondheid van de cliënte. Daarin en ten aanzien van de nazorg is de zorgaanbieder tekortgeschoten. Met het oog op deze tekortkoming en de schade die de cliënte daardoor heeft geleden, hoeft de factuur niet meer betaald te worden. De klacht is gegrond.
De uitspraak
in het geschil tussen
[naam], wonende in [woonplaats](hierna te noemen: de cliënte)
en
Stichting Changes GGZ, gevestigd in Breda
(hierna te noemen: de zorgaanbieder)
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 januari 2023 in Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
De cliënte werd ter zitting vertegenwoordigd door [naam]. Voor de zorgaanbieder zijn [naam] en [naam] verschenen.
Onderwerp van het geschil
De cliënte heeft de klacht voorgelegd aan de zorgaanbieder.
Het geschil betreft de wijze waarop de zorgaanbieder de zorgovereenkomst met de cliënte heeft uitgevoerd. De cliënte weigert de rekening voor de behandeling te betalen.
Zij heeft een bedrag van € 2.871,27 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de cliënte
Voor het standpunt van de cliënte verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De cliënte is bekend met astma en hartritmestoornissen. Daarnaast heeft de cliënte te maken met psychische problemen. Voor die psychische problemen kreeg de cliënte behandeling van de zorgaanbieder. Dat was geen succes. Volgens de cliënte handelde de zorgaanbieder onprofessioneel, doordat haar naam verkeerd werd uitgesproken. Maar het ging vooral mis tijdens een groepssessie. Tijdens een onderbreking van de groepssessie was een ontspanningsoefening gepland, waarbij de deelnemers – in een kleine, slecht geventileerde ruimte – een ballon moesten opblazen. Dat lukte sommige deelnemers niet, waardoor de ballonnen met elkaar gedeeld werden zodat een ander de ballon kon opblazen. Zowel de kleine ruimte als de ballonnenoefening leverden hoog risico op een coronabesmetting op, waarvoor de cliënte vanwege haar astma en hartritmestoornissen beducht was. Toen de cliënte haar bezwaren daarover kenbaar maakte, ervoer ze druk vanuit de groep om toch mee te doen. De behandelaren van de zorgaanbieder grepen niet in, kwamen niet voor de cliënte op, maar lieten het begaan. De cliënte heeft daarop de behandeling afgebroken en is naar huis teruggekeerd.
De cliënte neemt het de zorgaanbieder ook kwalijk dat ze geen nazorg heeft verleend. Ze hebben geen contact opgenomen met de cliënte om te horen hoe het gaat, nadat ze abrupt de behandeling staakte. Een en ander heeft bij de cliënte ertoe geleid dat zij een deuk in het zelfvertrouwen heeft opgelopen en een stap terug heeft gezet in haar behandelproces.
De cliënte wil van de zorgaanbieder excuses. Ook vindt de cliënte dat zij de factuur voor deze behandeling niet hoeft te betalen (no cure, no pay).
Standpunt van de zorgaanbieder
Voor het standpunt van de zorgaanbieder verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De zorgaanbieder heeft toegelicht dat zij wel degelijk heeft geprobeerd om in contact te komen met de cliënte na de groepssessie. Zij heeft een gesprek aangeboden met de regiebehandelaar om te bekijken hoe de therapie (binnen of buiten de zorgaanbieder) kon worden voortgezet. De cliënte heeft er niet op gereageerd.
De zorgaanbieder vindt het onterecht dat de factuur niet is betaald. No cure, no pay gaat nou eenmaal niet op bij een zorgovereenkomst. Voor de cliënte is het nauwelijks een probleem, aangezien zij hooguit het eigen risico hoefde te betalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie verklaart de klacht gegrond en zal bepalen dat de cliënte de rekening niet hoeft te betalen. Daartoe heeft de commissie als volgt overwogen.
Het toetsingskader
Het gaat bij dit geschil om een geneeskundige behandelingsovereenkomst tussen de cliënte en de zorgaanbieder. De zorgaanbieder moet op grond van die overeenkomst zich inspannen om goede zorg te verlenen.
Bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moeten de behandelaren de zorg van een goed behandelaar in acht te nemen. Dat betekent dat zij moet handelen in overeenstemming met de professionele standaard zoals die ten tijde van behandelen geldt. Verder houdt dit in dat de behandelaar die zorg moet betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in dezelfde omstandigheden mag worden verwacht. De zorgplicht houdt geen resultaatsverplichting in, maar wordt aangemerkt als een inspanningsverplichting. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken als komt vast te staan dat de behandelaar zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
De zorgaanbieder is aansprakelijk als voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder, dan wel iemand die werd ingeschakeld bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst tekortgeschoten is bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten (toerekenbare tekortkoming) en de cliënte moet daarvan nadeel hebben ondervonden.
De commissie moet beoordelen of de zorgaanbieder is tekortgeschoten in het nakomen van de behandelingsovereenkomst met de cliënte.
De zorgaanbieder is tekortgeschoten.
De zorgaanbieder heeft niet voldoende gemotiveerd betwist dat de groepssessie – vlak na de uitbraak van de corona-pandemie – in een omgeving heeft plaatsgevonden die niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen (ventilatie, vermijden van contact / overdracht van speekseldeeltjes), tijdens het telkens opblazen van een ballon door meerdere cliënten. Zij brengt naar voren dat zij van andere cliënten geen klachten heeft ontvangen, maar dat is onvoldoende om aan te nemen dat de groepssessie met het oog op corona voldoende veilig heeft plaatsgevonden. De commissie veronderstelt dat de zorgaanbieder bekend was met het feit dat de cliënte bekend is met astma en hartritmestoornissen. Dat was reden te meer om behoedzaam om te gaan met de coronaproblematiek. Daarin is de zorgaanbieder tekortgeschoten.
De commissie is ook van oordeel dat de zorgaanbieder is tekortgeschoten als het gaat om de nazorg. Het was haar bekend dat de cliënte zich had teruggetrokken uit de behandeling. In zo’n geval mag van de zorgaanbieder worden verwacht dat zij zich inspant om de cliënte bij te staan in het vormgeven van het vervolg van de behandeling, dan wel de verwijzing naar een andere zorgaanbieder mede ter hand neemt. De zorgaanbieder heeft in dit verband aangevoerd dat zij gesprekken heeft aangeboden met de regiebehandelaar, maar dat daar geen reactie op kwam. Echter, de zorgaanbieder heeft geen stukken uit het dossier overgelegd (vastleggingen van telefonische contactpogingen, e-mailberichten, etc.) waaruit die contactpogingen zouden kunnen blijken en de cliënte heeft betwist dat er contact is gezocht. Het enige dat is geprobeerd is samen via een internetzoekmachine een vervolgbehandeling proberen te vinden, maar dat is niet gelukt. De commissie acht de geleverde nazorg volstrekt onvoldoende.
De klacht is gelet op het voorgaande gegrond.
De factuur.
Moet de cliënte de factuur betalen? De commissie oordeelt van niet. Voldoende vaststaat dat de zorgaanbieder is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de behandelingsovereenkomst, als gevolg waarvan de cliënte schade heeft geleden. Volgens de cliënte heeft zij sinds de mislukte behandeling bij de zorgaanbieder nog steeds geen goede zorg ontvangen. Zij heeft een flinke deuk opgelopen in haar zelfvertrouwen. De gemachtigde heeft ter zitting een indringend beeld geschetst van de cliënte en toegelicht dat intussen vastgesteld is dat de cliënte te kampen heeft met gecompliceerd PTSS. Onder die omstandigheden meent de commissie dat van de cliënte niet verwacht hoeft te worden dat zij de factuur van € 2.871,27, die bovendien niet is onderbouwd en waarvan maar de vraag is welke zorg aan de cliënte is geleverd, aan de zorgaanbieder betaalt.
Daarom wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
verklaart de klacht gegrond;
bepaalt dat de cliënte de factuur van € 2.871,27 niet aan de zorgaanbieder hoeft te betalen;
bepaalt dat de zorgaanbieder het door de cliënt betaalde klachtengeld van € 52,50 aan haar vergoedt.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag aan de cliënte uitgekeerd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg, bestaande uit mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, drs. D.J.L. Jonker, mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mr. C.J.H. Terwal, secretaris, op 26 januari 2023.