Commissie: Ziekenhuizen
Categorie: zorgvuldigheid/ schadevergoeding
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ongegrond
Referentiecode:
213495/221561
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Cliënte is niet tevreden over het resultaat van een buikwandcorrectie en liposuctie aan haar flanken en vordert van de zorgaanbieder een schadevergoeding om elders een hersteloperatie te laten uitvoeren. De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder geen resultaats- maar een inspanningsverplichting heeft met betrekking tot de operatie. De operatie is volgens de professionele standaard uitgevoerd. De commissie acht de wens van cliënte om alle vet weg te halen tot één centimeter van de buikwand niet realistisch. Afgezien van het feit dat een vetpercentage moeilijk is te meten, omdat deze afhankelijk is van een eventuele gewichtstoename na een ingreep, kan het teveel verwijderen van de vetlaag leiden tot het afsterven van de huid. Zij verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering tot schadevergoeding af.
De uitspraak
In het geschil tussen
mevrouw [naam], wonende te [woonplaats]
(hierna te noemen: cliënte)
en
Bergman Clinics Zorg, gevestigd te Naarden
(hierna te noemen: de zorgaanbieder).
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 24 november 2023 via een digitale ZOOM-verbinding.
Beide partijen hebben hun standpunt nader toegelicht.
De zorgaanbieder werd vertegenwoordigd door de heer drs. [naam], plastisch chirurg, en mevrouw mr. [naam], gemachtigde.
Beoordeling
Op grond van de geneeskundige behandelingsovereenkomst moet de zorgaanbieder bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht nemen en daarbij handelen in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (artikel 7:453 van het Burgerlijk Wetboek). Deze zorgplicht houdt in dat de zorgaanbieder die zorg moet betrachten die een redelijk bekwaam en redelijk handelend hulpverlener in dezelfde omstandigheden zou hebben betracht.
De verplichting die voor een hulpverlener (in dit geval: de zorgaanbieder) voortvloeit uit een geneeskundige behandelingsovereenkomst, wordt in beginsel niet aangemerkt als een resultaatsverplichting, waarbij de hulpverlener moet instaan voor het bereiken van een bepaald resultaat, maar als een inspanningsverplichting, waarbij de hulpverlener zich verplicht zich voor het bereiken van een bepaald resultaat in te spannen. De reden hiervoor is dat het bij een geneeskundige behandeling meestal niet mogelijk is een bepaald resultaat te garanderen, omdat het menselijk lichaam in het (genezings-)proces een ongewisse factor vormt; zelfs bij onberispelijk medisch handelen kan het beoogde resultaat uitblijven. Van een tekortkoming kan dan ook pas worden gesproken indien komt vast te staan dat de hulpverlener zich onvoldoende heeft ingespannen of bij de inspanning een fout heeft gemaakt.
Voor de aansprakelijkheid van de zorgaanbieder is vereist dat voldoende aannemelijk is dat de zorgaanbieder tekort is geschoten in de nakoming dan wel de uitvoering van de behandelingsovereenkomst. De aanwezigheid van een fout of nalaten is een vereiste voor aansprakelijkheid van de zorgaanbieder. De tekortkoming moet aan de zorgaanbieder kunnen worden verweten en de cliënt moet door deze tekortkoming nadeel zijn toegebracht.
Standpunt cliënte
Cliënte heeft zich tot de zorgaanbieder gewend voor een buikwandcorrectie en een liposuctie. Cliënte is niet tevreden met het resultaat. Niet al het vet in haar bovenbuik is weggehaald. Er is meer dan één centimeter boven de huid overgebleven, terwijl de arts haar vooraf had gezegd dat hij tot één centimeter zou weghalen. De arts is bereid om voor een bedrag van € 2.000,- een extra liposuctie aan haar flanken uit te voeren. Dit heeft cliënte geweigerd. Zij heeft al € 7.735,75 betaald en voor dat bedrag zou zij ook een uitgebreide liposuctie aan haar flanken krijgen. Dit is niet gebeurd. Cliënte vordert de helft van dit bedrag terug van de zorgaanbieder, zodat zij elders de hersteloperatie kan laten uitvoeren.
Standpunt zorgaanbieder
De zorgaanbieder heeft de klacht betwist. Voorafgaande aan de operatie heeft cliënte drie keer met de behandelaar gesproken waarbij haar uitgebreid is uitgelegd wat de operatie zou inhouden en wat zij zou kunnen verwachten. Voor de operatie heeft cliënte een toestemmingsformulier ondertekend, waarin is opgenomen dat een cosmetisch resultaat niet gegarandeerd kan worden. Het resultaat van de buikwandcorrectie is goed. Ook aan de flanken heeft een liposuctie plaatsgevonden. Vooraf is niet gesproken over het weghalen van al het vet tot één centimeter van de buikwand. Dit is ook niet realistisch. Naar aanleiding van de klacht heeft een second opinion-consult plaatsgevonden. Deze arts heeft aangegeven dat er sprake is van een fraai resultaat, maar dat er aan de zijkant wel sprake is van een “dogear-plooi”. De zorgaanbieder heeft cliënte aangeboden deze plooi kosteloos recht te strijken, maar dat heeft zij geweigerd.
De commissie overweegt als volgt.
Naar het oordeel van de commissie is voldoende aannemelijk geworden dat de cliënte voorafgaande aan de ingreep adequaat is geïnformeerd over haar behandeling en de risico’s en complicaties.
De commissie stelt op grond van de overgelegde stukken vast dat cliënte op 13 augustus 2021 een eerste consult heeft gehad met de plastisch chirurg over een buikwandcorrectie en liposuctie aan de flanken. Op 17 juni 2022 en op 9 juli 2022 heeft de chirurg nogmaals de operatie met cliënte besproken. Op 21 juli 2022 heeft de ingreep plaatsgevonden. Naast een uitgebreide buikwandcorrectie heeft liposuctie aan beide flanken plaatsgevonden waarbij 1500 cc vet is weggehaald.
De commissie begrijpt dat cliënte met een bepaalde verwachting de operatie heeft laten uitvoeren. De behandelend arts heeft echter geen resultaatsverplichting en kan een resultaat van een operatie dan ook niet garanderen.
De commissie is niet gebleken dat de plastisch chirurg niet conform de gangbare medische professionele standaard inzake plastische chirurgie heeft gehandeld, of dat hij zich bij de operatie onvoldoende heeft ingespannen en/of dat hij bij die inspanning een fout heeft gemaakt. Afgaande op de overgelegde foto’s van vóór en na de ingreep is de commissie van oordeel dat er sprake is van een bevredigend resultaat. De wens van cliënte om alle vet weg te halen tot één centimeter van de buikwand, is naar het oordeel van de commissie niet realistisch, aangezien een zo grote afname de kans op het afsterven van de huid vergroot. Bovendien is het lastig om een vetpercentage te meten. Dit percentage neemt namelijk toe wanneer na de ingreep sprake is van een gewichtstoename.
De commissie is van oordeel dat de zorgaanbieder heeft gehandeld zoals een redelijk handelende en redelijk bekwame zorgaanbieder in dezelfde omstandigheden zou hebben gehandeld. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Voor aanspraak op materiële schadevergoeding is ten minste vereist dat de zorgaanbieder in enig opzicht toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de behandelingsovereenkomst. Van een toerekenbare tekortkoming is hier echter geen sprake, zodat de vordering tot schadevergoeding dient te worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht ongegrond en wijst de door cliënte verlangde schadevergoeding af.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de zorgaanbieder aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Zelfstandige Klinieken, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw dr. M. van Hal, de heer mr. R.P. Gerzon, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. W. Hartong van Ark, secretaris, op 24 november 2023.