Als de zorgaanbieder een derde inschakelt kan zij zich in de procedure bij de Commissie er niet op beroepen dat niet zij maar een derde de afgesproken diensten heeft verricht

De Geschillencommissie Zorg
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Verpleging Verzorging en Geboortezorg    Categorie: (Niet) Ontvankelijkheid    Jaartal: 2018
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 117539

De uitspraak:

In het geschil tussen

[Cliënte], wonende te [plaats] en Stichting Aafje thuiszorg huizen zorghotels, gevestigd te Rotterdam
(verder te noemen: de zorginstelling)

Behandeling van het geschil

De Geschillencommissie Verpleging, Verzorging en Geboortezorg (verder te noemen: de commissie) heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft op 12 september 2018 te Den Haag plaatsgevonden.
Partijen zijn niet voor de zitting opgeroepen, omdat uit de stukken blijkt dat eerst dient te worden vastgesteld of cliënte in haar klacht ontvankelijk is. Partijen zijn van deze procedurele gang van zaken op de hoogte gesteld.

De beoordeling van de ontvankelijkheid

Cliënte kreeg hulp in de huishouding van “Aafje HulpThuis B.V.”, een dochtermaatschappij van de zorginstelling. Door een medewerker van “Aafje HulpThuis B.V.” is schade veroorzaakt aan de stofzuiger van cliënte ten bedrage van € 35,–. Deze medewerker heeft de schade erkend en op schrift gesteld ten behoeve van het indienen van de schadeclaim bij de zorginstelling. Door de verzekeringsmaatschappij van de zorginstelling is de schadeclaim afgewezen en de zorginstelling stelt zich om die reden op het standpunt dat zij niet gehouden is de schade te vergoeden. Cliënte heeft zich vervolgens tot de commissie gewend en onderhavige klacht ingediend. Aangezien de dochtermaatschappij “Aafje HulpThuis B.V.”, in tegenstelling tot de zorginstelling zelf, niet is aangesloten bij de Geschillencommissie, heeft de zorginstelling de vraag aan de commissie voorgelegd of deze klacht ontvankelijk is voor behandeling door de commissie. Zij krijgt namelijk met enige regelmaat te maken met schadeclaims van een dergelijke omvang en acht het ontvankelijkheidsvraagstuk een relevante factor bij de afweging of deze schadeclaims wel of niet uitgekeerd worden.

De commissie overweegt met betrekking tot de ontvankelijkheid van de klacht het volgende.
Cliënte heeft met de zorginstelling een zorgverleningsovereenkomst gesloten voor hulp in de huishouding. Deze hulp werd niet door de zorginstelling zelf verleend, maar door haar dochterneming “Aafje HulpThuis B.V.”. De commissie is van oordeel dat het de zorginstelling is die bepaalt of zij de in de met cliënte gesloten zorgverleningsovereenkomst opgenomen diensten zelf verricht of dat zij die laat verrichten door derden. Indien de zorginstelling, zoals in dit geval, een derde inschakelt, dan kan zij zich er nadien in een bindend adviesprocedure niet op beroepen dat niet zij maar de derde de afgesproken diensten heeft verricht, en dat die derde niet is aangesloten bij de Geschillencommissie. Naar het oordeel van de commissie dient Aafje HulpThuis B.V. in het kader van de uitvoering van de onderhavige zorgverleningsovereenkomst te worden aangemerkt als een hulppersoon van de zorginstelling, voor wiens gedragingen de zorgaanstelling aansprakelijk kan zijn.

Zowel het feit dat de ontstane schade vrij gering is als het gegeven dat de zorginstelling die schade niet kan declareren bij een verzekeringsmaatschappij staan er niet aan in de weg dat cliënte bij de Geschillencommissie kan klagen over mogelijke tekortkomingen in de nakoming van de tussen partijen gesloten zorgverleningsovereenkomst.

Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat cliënte in haar klacht ontvankelijk is.

Beslissing
 
De commissie verklaart cliënte in haar klacht ontvankelijk.

Aldus beslist op 12 september 2018 door de Geschillencommissie Verpleging Verzorging en Geboortezorg.