Geschillencommissie Sociaal Domein


In april 2023 wordt de nieuwe Geschillencommissie Sociaal Domein opgericht. Deze commissie behandelt geschillen tussen gemeenten en zorgaanbieders, met name op het gebied van inkoop en (de uitvoering van) contracten.

Waarom een nieuwe commissie? 

De nieuwe Geschillencommissie Sociaal Domein (GSD) vervangt twee bestaande commissies, waarvan het secretariaat bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) was belegd.  Zorgaanbieders meenden dat vanwege deze constructie het beginsel van onafhankelijkheid en onpartijdigheid onder druk kwam te staan. Daarnaast was er behoefte aan een geschillencommissie die zich over een breder scala aan onderwerpen kan buigen en die daarover een bindende uitspraak kan doen. Deze overwegingen hebben geleid tot de oprichting van de nieuwe commissie, die bestaat uit twee subcommissies: een voor Inkoop Jeugdwet en Wmo en een voor het Woonplaatsbeginsel en Toegang. De subcommissies hebben ieder een eigen reglement, dat recht doet aan de context en de thematiek van de aan te dragen geschillen.  

Wat is de aanleiding voor de GSD 

De aanleiding voor de oprichting van de GSD is gelegen in het convenant ‘Bevorderen continuïteit jeugdhulp’ (2021). In dit convenant zijn verschillende maatregelen afgesproken die de toegang tot en de continuïteit van de jeugdzorg moeten waarborgen. Wanneer de relatie tussen gemeenten en zorgaanbieders hapert, kan die continuïteit in het gedrang komen. Een snelle, laagdrempelige en deskundige geschillenbeslechting kan dan een aantrekkelijk alternatief zijn voor de gang naar de rechter. Omdat dit breder toepasbaar is dan enkel in de jeugdzorg, is het werkgebied van de commissie uitgebreid naar geschillen op het gebied van de Wmo, het woonplaatsbeginsel jeugd en landelijke toegankelijkheid Maatschappelijke Ondersteuning en Beschermd Wonen.   

Wat is de toegevoegde waarde voor het sociaal domein?  

Het sociaal domein is sinds een aantal jaren sterk in beweging. Met de decentralisaties zijn belangrijke verantwoordelijkheden op het gebied van zorg overgedragen van het Rijk naar de gemeenten. Het maatschappelijke belang van die zorgtaken is groot en dat gewicht wordt door gemeenten en zorgaanbieders ook zo gevoeld. Om voeling te houden met de vraag vanuit de samenleving en om daar zo gericht mogelijk op in te spelen, hebben zij hun samenwerking anders ingericht. Die transitie naar prestatiegericht werken, al dan niet in nieuw gevormde netwerkorganisaties, heeft ook zijn weerslag op de organisatie van inkoop en de uitvoering van contracten. Wanneer er op dat terrein geschillen ontstaan, biedt de GSD een laagdrempelige plek waar partijen snel en gezamenlijk tot een oplossing kunnen komen. In de commissie worden hun belangen gelijkelijk vertegenwoordigd, waardoor er met een onafhankelijk blik naar het geschil wordt gekeken. Wat is er afgesproken op papier en zijn partijen dat ook nagekomen? Een antwoord op die vragen schept duidelijkheid en draagt bij aan het behoud van de relatie, en dus ook aan de continuïteit van de zorg.  

Wat kenmerkt geschillenbeslechting door de GSD? 

  • Toegankelijkheid: de GSD biedt een laagdrempelig alternatief voor de gang naar de rechter, en draagt daarmee bij aan het behoud van de samenwerkingsrelatie en de continuïteit van de zorg. Deelnemende organisaties kunnen geschillen ook eenzijdig aandragen.  

  • Onafhankelijkheid: de GSD is belegd bij De Geschillencommissie, een onafhankelijke organisatie die meer dan 80 geschillencommissies faciliteert. Zij stelt de reglementen op en voert het secretariaat. De kosten van instandhouding van de GSD worden gedeeld door VNG en de betrokken zorgbrancheorganisaties.    

  • Onpartijdig en evenwichtig: in de samenstelling van de commissie zijn gemeenten en brancheverenigingen gelijkelijk vertegenwoordigd. Hierdoor is deskundigheid vanuit beide perspectieven aanwezig. De commissie wordt voorgezeten door een (ex-)rechter.    

  • Juridisch bindend: de uitspraken van GSD zijn in principe bindend, dat wil zeggen dat beide partijen zich eraan moeten houden. Dit brengt snel duidelijkheid.   

  • Kostenverdeling: bij subcommissie Jeugdwet en Wmo dragen beide partijen bij aan de behandelingskosten (o). Voor gemeenten en leden van aangesloten branches gelden gereduceerde tarieven. De behandelingskosten voor een geschil bij de subcommissie Woonplaatsbeginsel en Toegang neemt de VNG voor haar rekening.  

Welke partijen participeren in de GSD? 

De GSD mag rekenen op een groot draagvlak. Zowel VNG als brancheorganisaties Vereniging Gehandicapten Nederland (VGN), Jeugdzorg Nederland, Valente en de Nederlandse ggz nemen eraan deel. De bij hen aangesloten organisaties kunnen een geschil, al dan niet eenzijdig, voorleggen aan de GSD. Niet-deelnemers kunnen overigens ook een geschil aandragen, maar dan moeten beide partijen met die route instemmen, en toezeggen dat zij zich zullen houden aan de uitspraak. Zij ondertekenen daartoe een zogenoemde ‘Akte van Compromis’. Daarnaast gelden voor niet-deelnemers hogere tarieven. 

Waarvoor kan men bij de GSD terecht? 

Wanneer er een geschil optreedt in het sociaal domein, wordt van de betrokken partijen verwacht dat zij eerst actief proberen om tot een oplossing te komen. Zij kunnen hiervoor bijvoorbeeld de hulp inschakelen van een regioadviseur van het Ketenbureau. Pas als deze inspanningen niet tot een oplossing leiden, kunnen zij het geschil voorleggen aan de GSD. Afhankelijk van de inhoud van het geschil wordt een onderscheid gemaakt tussen beide subcommissies: 

A. Subcommissie Inkoop Jeugdwet en Wmo 

In deze subcommissie worden inkoopgeschillen en contractuele geschillen behandeld: 

  • tussen (een of meer) gemeenten en (een of meer) zorgaanbieders; 
  • tussen gemeenten onderling;  
  • tussen zorgaanbieders onderling; 
  • tussen zorgaanbieders en de VNG. 

Op het gebied van Jeugd en Wmo spelen veel dezelfde kwesties die tot een geschil kunnen leiden, zowel voor aanvang van het contract als in de uitvoeringsfase. Aanbieders kunnen bijvoorbeeld van mening zijn dat een gemeente de financiële afspraken niet nakomt. Gemeenten kunnen op hun beurt ontevreden zijn over de uitvoering van het contract, bijvoorbeeld wanneer de wachtlijsten oplopen of omdat andere afgesproken prestaties niet worden behaald. Van de betrokken partijen wordt verwacht dat zij er eerst samen proberen uit te komen. Lukt dit niet, dan biedt de GSD een laagdrempelige en snelle weg om het geschil te beslechten en de samenwerking (waar mogelijk) weer vlot te trekken.   

Inkoopgeschillen: precontractuele versus contractuele fase  
De nieuwe GSD buigt zich ook over inkoopgeschillen (waaronder aanbesteding en verwerving via Open House), waar deze voorheen buiten de scope van de commissie vielen. Op dit terrein is echter ook al een Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE) actief. De CvAE geeft niet-bindende adviezen over aanbesteding en heeft daarvan veel kennis en expertise opgebouwd. Om die reden is qua taakverdeling een onderscheid gemaakt tussen de precontractuele en de contractuele fase. 

  • Precontractuele geschillen worden in principe behandeld door de CvAE. Hiervan kan alleen worden afgeweken: 
  • wanneer beide partijen de voorkeur geven aan de GSD en/of: 
  • wanneer het geschil niet onder de bevoegdheid van de CvAE valt.  
  • In deze gevallen moet een gemeente wel in haar aanbestedingsvoorwaarden hebben opgenomen dat het aanbestedingsproces wordt opgeschort indien een geschil aanhangig wordt gemaakt bij de GSD. 
  • Geschillen in de contractuele fase (dus na sluiting van het contract en tijdens de uitvoering ervan) kunnen worden voorgelegd aan de GSD, mits daarover een bepaling is opgenomen in de overeenkomst die tussen de gemeente en de zorgaanbieder is gesloten. Deze bepaling wordt uitgewerkt en opgenomen in de landelijke contractstandaarden. Gemeenten hebben toegezegd die contractstandaarden ook daadwerkelijk te gebruiken. 

B. Subcommissie Woonplaatsbeginsel en Toegang 

In deze subcommissie worden geschillen behandeld tussen gemeenten onderling, wanneer onduidelijk is wie de (financiële) verantwoordelijkheid draagt voor hulp aan een jeugdige, dan wel voor Maatschappelijke Opvang of Beschermd Wonen. Het gaat dan om individuele casuïstiek, waarbij diverse gemeenten betrokken zijn. Denk aan een cliënt die buiten de eigen woonplaats geplaatst wordt en van wie de ouders in twee verschillende gemeenten wonen. In dit soort gevallen kan de continuïteit van de zorg in het gedrang komen, wanneer de betrokken gemeenten het oneens zijn over wie de rekening moet betalen.  

Deze geschillen kunnen worden ingebracht door: 

  • gemeenten, wanneer zij menen dan de cliënt niet onder hun verantwoordelijkheid valt; 
  • zorgaanbieders, wanneer de betrokken gemeenten aangeven geen geschil te hebben, omdat zij beide menen dat de verantwoordelijkheid bij de ander rust. Om die impasse te doorbreken, kan ook de zorgaanbieder vragen om een uitspraak.  

 
De GSD is dus NIET bedoeld voor: 

  • Geschillen waarbij cliënten als partij betrokken zijn. Zij kunnen een beroep doen op het klachtrecht 
  • Geschillen over de gunningsbeslissing. Deze vallen onder de strikte procedures van de Aanbestedingswet 
  • Geschillen over subsidiëring. Hiervoor geldt een wettelijke bezwaar- en beroepprocedure. 
  • Geschillen over het al dan niet toekennen van een MO of BW voorziening. De subcommissie buigt zich over de vraag welke gemeente verantwoordelijk is voor de betreffende cliënt (= wie) en niet over de toekenning zelf (= wat). 

Veelgestelde vragen

Zijn de uitspraken van de commissie bindend?

De uitspraken van de GSD zijn altijd juridisch bindend. Dit betekent dat beide partijen het advies moeten opvolgen en dat er geen mogelijkheid is om beroep aan te tekenenWel kunnen uitspraken binnen drie maanden na datum uitspraak voor een marginale toets aan de rechter worden voorgelegd.  

Verbindt de GSD ook financiële consequenties aan de uitspraak?

Nee, de uitspraken zijn bindend, maar niet declaratoir. Dit betekent dat de commissie enkel beoordeelt of de regels goed zijn toegepast en of de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Zij doet geen uitspraak over bedragen of over de uitwerking van het advies, omdat zij daarmee in het vaarwater zou komen van het budgetrecht van gemeenten. 

Zijn gemeenten verplicht om mee te werken aan geschillenbeslechting door de GSD?

Een gemeente is alleen verplicht tot meewerken aan geschillenbeslechting door de GSD als de GSD  in de overeenkomst tussen partijen of de aanbestedingsdocumentatie de GSD als geschilinstantie is aangewezen. Indien een gemeente besluit om mee te werken aan deze vorm van geschillenbeslechting, dan dient zij zich ook te houden aan de bindende uitspraak van de GSD. 

Is de verplichting om de GSD in te schakelen ook opgenomen in de landelijke contractstandaarden?

Ja, dus wanneer gemeenten de landelijke contractstandaarden aanhouden, nemen zij in hun contracten automatisch de mogelijkheid op om geschillen – al dan niet eenzijdig – aan de GSD voor te leggen. Gemeenten en zorgaanbieders kunnen hier echter ook ad hoc afspraken over maken.  

Kunnen niet-deelnemende zorgaanbieders ook een geschil aandragen bij de GSD?

Zorgaanbieders die geen lid zijn van de deelnemende brancheorganisaties kunnen ook een geschil aandragen. Beide partijen moeten dan wel akkoord gaan met deze vorm van geschilbeslechting, bijvoorbeeld middels het ondertekenen van een ‘Akte van Compromis’.